4. tekstverbanden verwijswoorden/herh

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

3. Voordelen Whatsapp: sociale verbondenheid/vrienden snel bereiken/ook van ver weg/kost weinig tijd
4. Nadelen: groepsdruk/stress-je MOET reageren.
5. Leespubliek: jongeren
6. hoofdgedachte: Invloed van Whatsapp op vriendschappen.
7. zwart-wit=iets heeft voor-en nadelen
8. bloedde dood=eindigen/ sociale isolatie=alleen zijn/geen vrienden hebben.

Slide 3 - Diapositive


Waarvoor gebruik je een signaalwoord?

Slide 4 - Question ouverte

  • Een schrijver wil van een tekst één geheel maken.
  • Zinnen en alinea's worden daarom vaak aan elkaar geplakt met speciale woorden.
  • Die woorden noemen we in een leestekst signaalwoorden.
  • Met zo'n signaalwoord begint een tekstverband. Het signaalwoord bepaalt wat de schrijver met het tekstverband wil aangeven.
Wat zijn tekstverbanden?

Slide 5 - Diapositive


Schrijf een zin op met een signaalwoord.

Slide 6 - Question ouverte

tekstverband zie blz. 258
signaalwoorden
redengevend-je geeft aan waarom iemand iets doet.
want/omdat/daarom/
namelijk
conclusie-wat is je eindoordeel?
dus/hieruit volgt/ de slotsom is/concluderend
opsomming-je noemt iets op dat bij elkaar hoort
ten eerste/ook/bovenndien/verder
tijdsvolgorde
terwijl/toen/vervolgens
tegenstelling
toch, daarentegen,maar
uitleg
bijvoorbeeld/zoals/dat wil zeggen

Slide 7 - Diapositive

Verwijswoorden
  •  Je vervangt zelfstandig nw. of namen. De tekst wordt minder saai.
  • Je verwijst naar iets dat eerder of soms later in de tekst wordt genoemd.
  • Je verwijst naar 1 woord/meerdere woorden of een hele zin.
  • Stel vragen: wie?wat? waar? welke?

Slide 8 - Diapositive


Wat geeft een signaalwoord aan?
A
Geeft aan dat er iets belangrijks aankomt in de tekst.
B
Belangrijkste woord in een tekst.
C
Een tekstverband
D
Een woord dat aangeeft dat er een tekstverband komt.

Slide 9 - Quiz

Welke twee signaalwoorden horen bij het tekstverband "uitleg - voorbeeld"?
Welke twee signaalwoorden horen bij het tekstverband "uitleg - voorbeeld"? 
A
dat wil zeggen, als
B
dus, kortom
C
maar, daarentegen
D
zoals, net als

Slide 10 - Quiz


Waarnaar verwijst ER en OP: We hadden ER al OP gerekend dat we niets zouden winnen.
A
niets
B
dat we niets zouden winnen.
C
we
D
winnen

Slide 11 - Quiz


Tekstverband? De Efteling heeft de leukste attracties van Nederland zoals de Baron.
A
vergelijking
B
conclusie
C
tijdsvolgorde
D
uitleg

Slide 12 - Quiz


Tekstverband? Toen ik zat te lezen, was zij intussen zij boodschappen aan het doen.oodschappen doen.ekstverband? Toen 
A
opsomming
B
uitleg
C
tijdsvolgorde
D
reden

Slide 13 - Quiz


Tekstverband? Zij is heel sterk maar hij daarentegen kan nauwelijks iets tillen.
A
reden
B
uitleg
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 14 - Quiz

Ga naar Classroom van vandaag.
Open de twee teksten. Lees en  maak opdrachten.
Daarna open je: Zoek de theoriewoorden.

Slide 15 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Lien

Ga naar Magister en open Talent
Ga naar hoofdstuk 2.2. Lezen
Ga naar opdracht 7. Lees eerst de leerstof en maak daarna opdracht 7 helemaal.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Wat zijn verwijswoorden? Filmpje

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Tijdens de Halloween Fright Night speelt Eddie de Clown de hoofdrol. HIJ is onder andere bekend van de film Eddie the movie. De griezel zorgt met zijn humor, intimidatie en pesterijen
Hoeveel en welke verwijswoorden verwijzen naar Eddie de clown?

Slide 24 - Diapositive

Oplossing
Tijdens de Halloween Fright Night speelt Eddie de Clown de hoofdrol. Hij is onder andere bekend van de film Eddie the movie. De griezel zorgt met zijn humor, intimidatie en pesterijen voor grensverleggend spektakel. Hij is echt eng. Gasten worden uitgedaagd de ultieme grens op te zoeken door levende kakkerlakken en meelwormen te eten en bedolven te worden onder vogelspinnen en slangen. Je kunt hem bewonderen in zijn nieuwe Try of die-show. Zijn show is te eng voor woorden.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Wat weet je nu?
  • signaalwoorden geven aan dat er een tekstverband gebruikt wordt in een zin.
  • tekstverbanden zorgen dat zinnen en alinea's bij elkaar horen.
  • verwijswoorden vervangen andere woorden of delen van zinnen in een tekst.
  • stel een vraag met een W om te weten waarnaar ze verwijzen.


Slide 27 - Diapositive