Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Geld les 2
Geld
Geld
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Mentorles
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Geld
Geld
Slide 1 - Diapositive
Waar denk jij aan bij het woord geld?
Slide 2 - Carte mentale
Anna gaat naar de winkel en koopt een blikje cola. Dit kost 1 euro en 3 cent. Hoe schrijf ik dit op?
A
€1.3
B
€1.03
C
€1.30
D
€103
Slide 3 - Quiz
Welk bedrag is het grootst?
A
€11.51
B
€11.50
C
€11.49
D
€11.59
Slide 4 - Quiz
Steijn koopt een vegetarisch broodje. Dit kost 2 euro vijftig.
Steijn betaalt met 10 euro, hoeveel krijgt Steijn terug?
Leg dit bedrag op je tafel neer.
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel geld is dit samen?
A
€ 4.30
B
€ 4.35
C
€ 3.30
D
€ 4.25
Slide 6 - Quiz
Juf Monique koopt een chocoladereep. Dit kost €4.35. Monique betaald met 10 euro. Leg het wisselgeld op jouw tafel neer.
Slide 7 - Diapositive
Je wilt €50 wisselen bij de kassa.
Welk geld kun je terugkrijgen en is samen €50?
A
€1.00 + €5.00 + €10.00 + €10.00 + €20.00 + €3.00
B
€10.00 + €2.50 + €2.50 + €1.00 + €4.00 + €30.00
C
€5.00 + €2.10 + €0.80 + €7.00 + €5.00 + €20.00
D
€20.00 + €1.00 + €20.00 + €5.00
Slide 8 - Quiz
Gerwin koopt een nieuw T-shirt. Dit kost €16.25. Gerwin betaalt met €20.00. Hoeveel geld krijgt Gerwin terug?
Leg het wisselgeld op jouw tafel neer.
Slide 9 - Diapositive
Eline koopt 2 spellen UNO. Dit kost € 13.25 per stuk.
Hoeveel moet Anna in totaal betalen?
A
€ 26.44
B
€ 26.50
C
€ 26.55
D
€ 26.30
Slide 10 - Quiz
Je hebt €15.00 en mag hiervoor eten kopen. Wat koop je dan?
Slide 11 - Carte mentale
Jamie koopt nieuwe sokken. Dit kost €8.15.
Jamie betaalt met €20.00.
Hoeveel geld krijgt Jamie terug?
A
€11.85
B
€12.85
C
€12.80
D
€11.80
Slide 12 - Quiz
Achraf koopt snoep. Dit kost €6.35.
Meike betaald met €20.00.
Hoeveel geld krijgt Meike terug?
A
€13.65
B
€14.65
C
€14.75
D
€13.75
Slide 13 - Quiz
Matthew gaat op vakantie naar Belgie. Dit kost €250.50. Matthew betaalt met €300.00. Hoeveel krijgt Laura terug?
A
€50.50
B
€49.50
C
€51.50
D
€48.50
Slide 14 - Quiz
Opdracht:
1. Maak 2 groepen.
2. Bedenk met jouw groepje wat je gaat kopen, hoeveel het kost en met welk bedrag je betaalt.
3. De andere groep legt het wisselgeld op tafel neer.
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Rekenen Meike
Mai 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Mentorles
Speciaal Onderwijs
Leerroute 2
Rekenen Meike
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Rekenen
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Wisselkoersen
Janvier 2019
- Leçon avec
33 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Rekenen met geld
Décembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
ISK
Basisschool
Groep 6
3.4 Wat doen banken nog meer?
Octobre 2018
- Leçon avec
41 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.4 Banken doen meer
Septembre 2018
- Leçon avec
40 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Startrekenen Vooraf H6 gepast betalen en wisselgeld
Novembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Startrekenen Vooraf H6 gepast betalen en wisselgeld
Avril 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2