Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Rekenen met geld
Rekenen met geld
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
ISK
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Rekenen met geld
Slide 1 - Diapositive
Zijn de munten allemaal gelijk?
Wat valt je op?
Slide 2 - Diapositive
Welke munten en biljetten ?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Ik moet € 16,80 betalen
Ik betaal met een briefje van 20 Euro.
Hoeveel geld krijg ik terug?
Slide 5 - Diapositive
Ik moet € 45,50 betalen
Ik betaal met een briefje van 50 Euro.
Hoeveel geld krijg ik terug?
Slide 6 - Diapositive
Ik moet € 39,95 betalen
Ik betaal met een briefje van 50 Euro.
Hoeveel geld krijg ik terug?
Slide 7 - Diapositive
Je hebt € 8,15,
je koopt iets van € 5,75
Hoeveel geld heb je dan over?
A
€ 2,40
B
€ 2,75
C
€ 2,50
D
€ 2,25
Slide 8 - Quiz
Je hebt 15 euro.
Je koopt iets van € 6,75.
Hoeveel geld heb je dan over?
A
€ 6,25
B
€ 7,25
C
€ 8,25
D
€ 9,25
Slide 9 - Quiz
Je hebt 4 muntjes van 50 cent en
2 muntjes van 1 euro.
Hoeveel geld heb je in totaal?
A
€ 3,50
B
€ 2,50
C
€ 4
D
€ 3
Slide 10 - Quiz
Hoeveel cent zijn er in 2 euro en 50 cent?
A
150 cent
B
300 cent
C
200 cent
D
250 cent
Slide 11 - Quiz
Wat is 2 euro en 50 cent + 3 euro en 75 cent?
A
€ 7,25
B
€ 5,25
C
€ 6,25
D
€ 6,75
Slide 12 - Quiz
Wie heeft het meeste geld?
Slide 13 - Question ouverte
Wie heeft
het minste geld?
Slide 14 - Question ouverte
Hoeveel geld ligt hier?
Slide 15 - Question ouverte
Waar geef jij je geld aan uit?
Slide 16 - Question ouverte
Welk dier staat er afgebeeld op de achterkant van een Nederlandse munt van 10 eurocent?
A
Een leeuw
B
Een zebra
C
Een olifant
D
Een giraffe
Slide 17 - Quiz
euro
ander geld
Slide 18 - Question de remorquage
Hidde doet boodschappen.
Hij moet € 31,85 betalen.
Hij betaalt met een briefje van 50.
Hoeveel wisselgeld krijgt hij terug?
A
€ 20,85
B
€ 20,15
C
€ 18,15
D
€ 29,15
Slide 19 - Quiz
De klant moet 24 euro betalen maar geeft 40 euro, hoeveel wisselgeld moet Rens teruggeven?
A
16 euro
B
14 euro
C
15 euro
D
24 euro
Slide 20 - Quiz
Louisa gaat naar de markt en koopt fruit voor
€ 4,35. Zij betaalt met een briefje van 10 euro.
Hoeveel wisselgeld krijgt Louisa terug?
A
€ 5,65
B
€ 5,75
C
€ 6,75
Slide 21 - Quiz
Bastiaan koopt nieuwe kleren voor € 35 en betaalt met een briefje van € 50.
Hoeveel wisselgeld krijgt hij?
A
5 euro
B
10 euro
C
15 euro
D
25 euro
Slide 22 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
B8.2 Geld
Mars 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Rekenen
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
H15 geld
Mai 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Rekenen
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2
O-uur les 5 - Geld en decimale getallen
Décembre 2023
- Leçon avec
49 diapositives
Rekenen
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2
Eduhint H5.1 + H5.2
Octobre 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Startrekenen Vooraf H6 gepast betalen en wisselgeld
Avril 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Startrekenen Vooraf H6 gepast betalen en wisselgeld
Novembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Rekenen A groep geld 19-03
Mars 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Rekenen
ISK
Geldrekenen
Mars 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Rekenen
ISK