Rekenen met procenten deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Rekenen met procenten deel 1

Herhalen rekenen met procenten

• Rekenen met procenten
• Van procenten naar euro’s rekenen
• Van euro’s naar procenten rekenen

.

Van procenten naar euro’s rekenen

• Je rekent uit hoeveel euro een bepaald percentage is van een getal. 

• Dus je krijgt bijvoorbeeld de vraag:

• Hoeveel is 5% van €70,- in euro's?
• Formule: Bedrag: 100 x percentage 

Hoeveel is 5% van €70,- in euro's?

Hoeveel is 12% van €250,- in euro's?

Hoeveel is 35% van €1.280 in euro's?

Van euro’s naar procenten rekenen

• Je rekent uit hoeveel procent een bedrag tegenover een ander bedrag is.
  
• Dus je krijgt bijvoorbeeld de vraag:
  
• Je koopt een nieuwe telefoon voor €800,-. Je krijgt €70,- euro korting. Hoeveel procent korting krijg je?
• Formule: Deel : geheel x 100

Hoeveel procent is €78,- euro korting van €925,-?

Hoeveel procent is €85,- euro korting van €670,-?

Hoeveel procent is €55,- euro korting van €670,-?

Rekenen met procenten deel 2

Berekenen hoeveel procent iets meer of minder is geworden

• Formule=(Nieuw - oud) : oudx 100
• In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?
  
• De bovenstaande voorbeeld vraag reken je op deze manier uit:
  
• €1,64 - €1,60= €0,04
  
• €0,04 : €1,60 x100 = 2,5%
  
• De benzineprijs is dus in een jaar tijd met 2,5% gestegen. Dit is het geval, want de benzine werd €0,04 duurder en €0,04 is 2,5% van €1,60.
  

Er werden vorig jaar elke dag 500 schoenen gemaakt. Nu is dat 540. Met hoeveel procent is de productiviteit gestegen?
Formule=(Nieuw - oud) : oudx 100

De werkloosheid in Nederland was in 2019 430.000. In 2020 is het gestegen naar 515.000 werklozen. Met hoeveel procent is de werkloosheid gestegen?
Formule=(Nieuw - oud) : oudx 100

Salaris was €2875,- en is nu €3000,- met hoeveel procent gestegen?
(rond af op 1 decimaal)
Formule=(Nieuw - oud) : oudx 100

Opgaven maken  

Maak opgave 8 t/m 11 van het opgavenblad waar we bij deel 1 van deze lessenserie aan hebben gewerkt. 

Maak de opgaven van gisteren af