5.4 voortplanten - deel 2 (online)

5.4 voortplanten les 2
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare school

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

5.4 voortplanten les 2

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
Uitleg met vragen tussendoor           (20 min)
Huiswerk maken                                       (15 min)
Plantenverslag                                           (15 min)

Slide 2 - Diapositive

Wanneer begint een stuk fruit met groeien?
A
als het zomer wordt
B
als het regent
C
als de zon gaat schijnen
D
als de bloem wordt bevrucht...

Slide 3 - Quiz

Wanneer raakt een bloem bevrucht?
A
als die gaat bloeien
B
als de zon gaat schijnen
C
stuifmeelkorrel op de stamper
D
door de bijen

Slide 4 - Quiz

Hoe kunnen zaden worden verspreid?

Slide 5 - Carte mentale

Hoe worden zaden verspreid?
Op 3 manieren:
1. Door de wind
2. Door dieren
3. Door de plant zelf


Slide 6 - Diapositive

Verspreiding van zaden
Als zaden allemaal naast de moederplant terechtkomen, krijgen ze niet voldoende water en licht. Daarom is zaadverspreiding noodzakelijk.
Daar zijn 3 manieren voor:

Bron 8
Wind - De wind neemt de zaden mee, dat kan alleen als de zaden licht zijn.
Dieren - Dieren eten de vruchten en poepen de zaden vervolgens op een andere plek uit. Stekelige zaden kunnen ook aan de vacht van dieren blijven plakken en op die manier verspreid worden.
Door de plant zelf - Sommige zaden worden verspreidt doordat de vrucht openknapt,

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Levenscyclus
1. Zaad ontkiemt, er groeit een nieuwe plant.
2. Volwassen plant vormt bloemen.
3. Uit de bloemen ontstaan vruchten met zaden.
4. Zaden worden verspreid.
5. Plant gaat dood.

Bron 9

Slide 10 - Diapositive

Kieming van de boon 
volwassen plant 
Kiemplantje

Slide 11 - Question de remorquage

Wat gebeurt er in een plantenleven?
Levenscyclus= kring van gebeurtenissen in een vaste volgorde van een organisme

eenjarige planten
ontkiemen in voorjaar, bloeit in zomer, vormt zaden in herfst, sterft in winter
Tweejarige plant
ontkiemt + groeit in 1e jaar, bloeit + zaadvorming in 2e jaar, sterft daarna. 
Meerjarige plant 
Ontkiemen in voorjaar, bloeit in zomer, zaadvorming in herfst. Winter: sterft bovengrondse. Loopt elk voorjaar uit/kunnen heel oud worden 

Slide 12 - Diapositive

Wat bedoelen we met de levenscyclus van de plant?
A
Het plantje dat boven de grond groeit.
B
De levenscyclus is de ontkieming van de plant
C
Alle fasen die een plant doorloopt in zijn leven
D
Als de plant doodgaat.

Slide 13 - Quiz

Je ziet een plantje met zaadlobben. In welk stadium van de levenscyclus is deze plant?
A
Ontkieming
B
Kiemplant
C
Volwassen plant
D
Dat kun je niet weten

Slide 14 - Quiz

Welke stap komt er na het zaadje in de levenscyclus van een plant?
A
De bloem
B
Het kiemplantje
C
De vrucht
D
Een volwassen plant

Slide 15 - Quiz

    stijl
vrucht-
beginsel
 stempel
 kroonblad
kelk-
blad
zaad-
beginsel
 meeldraad

Slide 16 - Question de remorquage


Hoe heet nummer 5?
timer
0:15
A
Stamper
B
Stempel
C
Baarmoeder
D
Vruchtbeginsel

Slide 17 - Quiz

Hoe heet onderdeel 5?
A
Stijl
B
Eicel
C
Zaadcel
D
Stamper

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
Lees blz 138, 139 en 140 (blauwe deel niet)
Maak opdrachten 12 t/m 18

Plantenverslag, sowieso af: inleiding, materiaal, methode.

Slide 19 - Diapositive