1MH - Breuken herhaling

 Breuken
Extra uitleg voor 1MH
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

 Breuken
Extra uitleg voor 1MH

Slide 1 - Diapositive

Schrift gebruiken
Gebruik je schrift voor je berekeningen!
Je schrift is je 'werkgeheugen', zodat je beter kan nadenken.

Verder zijn er links naar websites waar je kunt gaan oefenen.


Slide 2 - Diapositive

Werkschema

Slide 3 - Diapositive

Breuken optellen 
Gelijknamige breuken kun je optellen

Overige breuken moet je eerst gelijknamig maken

Slide 4 - Diapositive

Optellen breuken




Stap 1. Zijn er helen in de som? Tel ze op en zet ze vooraan.

Stap 2. Maak de breuken gelijknamig, zodat ze dezelfde noemer hebben

Stap 3. Tel de tellers bij elkaar op. Houd de noemer hetzelfde

Stap 4. Is de breuk een onechte breuk? Haal de helen eruit

Stap 5 Als het kan, vereenvoudig de breuk zover mogelijk.

Slide 5 - Diapositive

oefenen - volg het werkschema
221+154
112+111
95+98
32+54

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Breuken aftrekken

Slide 8 - Diapositive

Aftrekken breuken




Stap 1. Zijn er helen in de som? Trek ze af en zet deze vooraan.

Stap 2. Maak de breuken gelijknamig, zodat ze dezelfde noemer hebben

Stap 3. Als de eerste teller kleiner is dan de tweede, moet je een hele in de eerste teller zetten. 

Stap 4 Trek de tellers van elkaar af. Houd de noemer hetzelfde

Stap 5 Als het kan, vereenvoudig de breuk zover mogelijk.

Slide 9 - Diapositive

In de volgende dia zie je verschillende voorbeelden. Als je op het plusje klikt zie je de berekening volgens de stappen uit de dia hiervoor. Je kunt er nog een keer op klikken en dan wordt hij groot. 
 

Slide 10 - Diapositive

Oefenen, volg het werkschema
6561
5434109
6543
876
23197

Slide 11 - Diapositive

 Gelijknamige breuken aftrekken

Slide 12 - Diapositive

Ongelijknamige breuken aftrekken

Slide 13 - Diapositive

Breuken van hele getallen aftrekken
Een gemengd getal is een getal met een heel getal en een breuk.
Bijvoorbeeld 4 1/2

Slide 14 - Diapositive

 Breuken van een gemengd getal aftrekken

Slide 15 - Diapositive

 Gemengde getallen van elkaar afhalen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Breuken vermenigvuldigen
Dit klinkt heel lastig, maar je zult merken dat dit makkelijker is dan breuken optellen en aftrekken.

In het volgende filmpje wordt het uitgelegd. 

Slide 18 - Diapositive

In de volgende dia zie je weer een stappenplan.

Daarna vind je 6 sommen met daarbij een uitleg als je op het plusje klikt. 
Je kunt de uitleg vergroten door op het plaatje te klikken.

Slide 19 - Diapositive

vermenigvuldigen breuken
Stap 1. Schrijf beide getallen als een onechte breuk. Vermenigvuldig het hele getal met de noemer van de breuk en tel deze op bij de teller
Stap 2. Vermenigvuldig de breuken. 




Stap 3. Onechte breuk? Haal de hele(n) eruit
Stap 4 Vereenvoudig zo ver mogelijk
noemer×noemerteller×teller

Slide 20 - Diapositive

Oefenen
92×94
109×87
3×65
32×4
351×2
4×254

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Gemengd getal als een onechte breuk opschrijven

Bij breuken vermenigvuldigen moet je altijd zorgen dat je gemengde getallen eerst als een onechte breuk opschrijft.

Bij deze opdracht leer je weer hoe dat moet! 
Klik op het plusje voor een voorbeeld

 

Slide 23 - Diapositive

Helen in en uit de breuk halen

Slide 24 - Diapositive

Breuken vermenigvuldigen
Gebruik hier de regel:




Vereenvoudig waar dat nodig is!


noemer×noemerteller×teller

Slide 25 - Diapositive

Breuken vermenigvuldigen met een geheel getal
Ook hier geldt. Zorg ervoor dat een geheel getal een onechte breuk wordt.
Een aantal voorbeelden:



Daarna weer 
4=14
15=115
1=11
noemer×noemerteller×teller

Slide 26 - Diapositive

 Gemengde getallen vermenigvuldigen
Bij deze opdracht is het belangrijk dat je alle stappen volgt uit het stappenplan!

 
Succes weer!!

Slide 27 - Diapositive

Gemengde getallen vermenigvuldigen

Slide 28 - Diapositive

Breuken delen
Je hebt geleerd dat breuken vermigvuldigen eigenlijk best makkelijk is, namelijk 

Nu ga je bij breuken delen daar ook gebruik van maken. 
We zeggen dan: heb je een deelsom, dan vermenigvuldigen we met het omgekeerde. 

In het volgende filmpje zie je een voorbeeld, hoe dat omdraaien werkt.
noemer×noemerteller×teller

Slide 29 - Diapositive

Breuken delen - voorbeeld

Slide 30 - Diapositive

breuken delen
Waarom mag dat nou eigenlijk, een keersom maken als je de achterste breuk omdraait?

Dit hoef je niet te weten, maar als de uitleg wel wilt weten, kijk dan dit filmpje

Slide 31 - Diapositive

Een breuk delen
Stap 1 Schrijf het getal als een onechte breuk

Stap 2 vervolgens geldt de regel: 
Delen door een breuk, is vermenigvuldigen met het omgekeerde

Stap 3 vermenigvuldig de tellers en noemers met elkaar

Stap 4 Vereenvoudig zo nodig
noemer×noemerteller×teller

Slide 32 - Diapositive

Oefenen
65:43
109:74
2:54
4:21

Slide 33 - Diapositive

 Breuken delen
52:43=52×34
5×32×4=158

Slide 34 - Diapositive

Hele getallen delen door een breuk
Volg het stappenplan en bekijk de  2 voorbeelden

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Uitlegvideo 

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien

 HAVO - Negatieve breuken
Hierboven staat de basis van het rekenen met breuken. Deze geldt ook voor de positieve en negatieve breuken.
Verder is er een website  met positieve en negatieve oefeningen.

Slide 39 - Diapositive

Vermenigvuldigen met negatieve breuken (HAVO)
Dezelfde regel geldt ook voor breuken:

Positief breuk x positief breuk= positieve breuk
Positief breuk x negatief breuk = negatieve breuk
Negatief breuk x positief breuk = negatieve breuk
Negatief breuk x negatief breuk = positieve breuk

Tip
Gebruik je pijltjestoetsen, als je minteken in je breuk blijft staan (in Bettermarks)

Slide 40 - Diapositive

 Delen met negatieve breuken
Dezelfde regel geldt ook voor breuken:

Positief breuk : positief breuk= positieve breuk
Postief breuk : negatief breuk = negatieve breuk
Negatief breuk : positief breuk = negatieve breuk
Negatief breuk : negatief breuk = positieve breuk

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Lien