a. Regel 5: “toen hij voor ’t bloedig zwaard moest knielen”.
b. De historische achtergrond zijn de interne tegenstellingen in de Republiek tijdens het Twaalfjarig Bestand. Het conflict tussen de partij die vrede met Spanje wil (Van Oldenbarneveldt) tegenover de partij die de oorlog voort wil zetten (Maurits). Dit conflict raakte verweven met een theologisch conflict: de tegenstelling tussen remonstranten en contraremonstranten.
c. Seneca was een Romeinse redenaar, filosoof en politicus. Hij werd belast met de scholing van Nero. Nero werd een berucht en wreed keizer. Toen Seneca in verband werd gebracht met een samenzwering tegen Nero, dwong Nero Seneca tot zelfmoord.
Van den Vondel bedoelt met Seneca Van Oldenbarneveldt en Nero is de aanduiding voor Maurits.