Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Verkoopkanalen
Slide 1 - Diapositive
Je kan ...
de werking van verkoopkanalen toelichten.
Slide 2 - Diapositive
Verkoopkanaal
Het verspreiden van artikelen naar klanten kan via verschillende kanalen. Met een verkoopkanaal bedoelen we:
het verkooppunt
Slide 3 - Diapositive
Welke verkoopkanalen ken je?
Slide 4 - Carte mentale
opdracht pag. 20 en 21
Slide 5 - Diapositive
Supermarkt
Verkoopt food en non-food
steeds vaker: zelfbediening met een zelfscankassa
Slide 6 - Diapositive
Welke supermarkten ken je die al een zelfscankassa hebben?
Slide 7 - Question ouverte
Welke supermarkten ken je die nog geen zelfscankassa hebben?
Slide 8 - Question ouverte
Speciaalzaak
Verkoopt producten uit 1 artikelgroep
Gespecialiseerd in een bepaalde producten
Slide 9 - Diapositive
Welke winkels met alleen bediening ken je?
Slide 10 - Question ouverte
Warenhuis
Een warenhuis is een grote winkel met verschillende artikelen. Je kunt er bijv. speelgoed, kleding, schrijfwaren, eten kopen.
Slide 11 - Diapositive
Noem een voorbeeld van een warenhuis
Slide 12 - Question ouverte
Er zijn ook kleinwarenhuizen. Een voorbeeld hiervan is
A
HEMA
B
Mediamarkt
C
Albert Heijn
Slide 13 - Quiz
Webshop
De producten worden thuisbezorgd of afgehaald.
Het afhaalpunt kan een fysieke winkel zijn.
Betalen kan bijv. met IDEAL, Afterpay, creditcard
Slide 14 - Diapositive
Ambulante handel
Is een handel die zich verplaatst zoals de markt.
Slide 15 - Diapositive
Monochannel
Consument kan maar via 1 kanaal kopen.
Slide 16 - Diapositive
Wat is een voorbeeld van een monochannel?
A
Beenhouwer
B
Albert Heijn
C
C&A
Slide 17 - Quiz
Deze winkel maakt gebruikt van monochannel?
A
Kringloopwinkel
B
Action
Slide 18 - Quiz
Omnichannel
Verkoopkanalen lopen door elkaar. De consument kan bij aankoop verschillende kanalen door elkaar gebruiken. De klant kan bijv. online voorraad bekijken van een filiaal naar keuze.
Hij kan het artikel online reserveren en in de winkel afhalen.
Slide 19 - Diapositive
Een plaats waar de klant en de verkoper elkaar ontmoeten. De klant wordt op een professionele manier begeleid tijdens zijn aankoop.
A
fysieke winkel
B
webwinkel
C
omnichannel
Slide 20 - Quiz
Biedt haar producten online aan. Die producten worden weliswaar uitvoerig beschreven, maar je kunt ze niet aanraken en je wordt niet bediend.
A
fysieke winkel
B
webwinkel
C
omnichannel
Slide 21 - Quiz
Je hebt ook merken die ervoor kiezen om hun producten via beide kanalen aan te bieden. Op die manier kan de klant 24/24 zijn of haar product aanschaffen. Die merken hebben dan een ...
A
fysieke winkel
B
webwinkel
C
omnichannel
Slide 22 - Quiz
opdracht
pag. 22 t.e.m. 24
Slide 23 - Diapositive
Ik kan de werking van verkoopkanalen toelichten.
Slide 24 - Sondage
Veilig online shoppen
Slide 25 - Diapositive
Je kan ...
uitleggen hoe je veilig online kan winkelen.
onderzoeken welke kosten komen kijken bij de aankoop van goederen online.
via een checklist nagaan of een webshop betrouwbaar is of niet.
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Op welke wifi kan je het best shoppen?
A
B
Slide 28 - Quiz
Hoe kan je de betrouwbaarheid van de webshop checken?
Slide 29 - Question ouverte
Wat is veilig?
A
http://
B
htpps://
C
http://s
D
http:/s
Slide 30 - Quiz
Wat was de laatste tip?
Slide 31 - Question ouverte
Extra kosten
Slide 32 - Diapositive
Welke kosten betaal je vaak extra bij online shoppen?
Slide 33 - Carte mentale
Slide 34 - Vidéo
Welke extra kosten kwamen erbij?
Slide 35 - Question ouverte
Als ik spullen van buiten de EU bestel, moet ik evenveel betalen dan wanneer ik spullen binnen de EU bestel.
A
waar
B
niet waar
Slide 36 - Quiz
Ik mag dierlijk producten laten invoeren.
A
niet waar
B
waar
Slide 37 - Quiz
Ik mag cultuurgoederen invoeren.
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quiz
Wanneer ik op een lokale markt een namaakrugzak koop, ben ik niet strafbaar.
A
waar
B
niet waar
Slide 39 - Quiz
Geneesmiddelen mogen gewoon ingevoerd worden.
A
waar
B
niet waar
Slide 40 - Quiz
Het is verboden om exotisch fruit in te voeren.
A
waar
B
niet waar
Slide 41 - Quiz
pag. 25 en 28
Slide 42 - Diapositive
Ik kan uitleggen hoe je veilig online kan winkelen.
Slide 43 - Sondage
Ik kan onderzoeken welke kosten komen kijken bij de aankoop van goederen online.
Slide 44 - Sondage
Ik kan via een checklist nagaan of een webshop betrouwbaar is of niet.