Periode 4 les 2: 6.2 eten en gegeten worden.

Periode 4 les 2: 6.2 eten en gegeten worden.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Periode 4 les 2: 6.2 eten en gegeten worden.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Planning
- Nakijken huiswerk
- Basisstof 6.2: eten en gegeten worden
- Pauze: overleg groepjes
- Vervolg 6.2

Slide 3 - Diapositive

Nakijken huiswerk
Maken Thema 6 Opdracht 3 tm 5, introductie (Wat weet je al...)
Lezen thema 6 basisstof 1: Eten en gegeten worden
Neem werkboek B mee!

Slide 4 - Diapositive

6.2 eten en gegeten worden
Leerdoelen:
Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt. 

Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven

Slide 5 - Diapositive

Voedselketen
Een voedselketen is een reeks soorten, waarbij elke soort wordt gegeten door de volgende soort. 


Slide 6 - Diapositive

Oefenopdracht


De brandnetel is een belangrijke plant voor een aantal vlindersoorten zoals de kleine vos. Deze vlinders leggen hun eitjes op de onderkant van de bladeren van brandnetels. De groenbruine rupsen die uit de eitjes zijn gekomen eten de bladeren van de brandnetel. De rupsen worden veel gevangen door vogels zoals koolmezen die de rupsen aan hun jongen voeren.
Rupsen die niet gevangen worden gaan zich verpoppen. Na de verpopping voeden de vlinders zich met nectar van de bloemen van de vlinderstruik.

In de tekst worden voedselketens in een aantal voedselrelaties beschreven.

Noteer zo’n voedselketen die uit drie schakels bestaat.


Slide 7 - Diapositive

Oefenopdracht

De brandnetel is een belangrijke plant voor een aantal vlindersoorten zoals de kleine vos. Deze vlinders leggen hun eitjes op de onderkant van de bladeren van brandnetels. De groenbruine rupsen die uit de eitjes zijn gekomen eten de bladeren van de brandnetel. De rupsen worden veel gevangen door vogels zoals koolmezen die de rupsen aan hun jongen voeren.
Rupsen die niet gevangen worden gaan zich verpoppen. Na de verpopping voeden de vlinders zich met nectar van de bloemen van de vlinderstruik.

In de tekst worden voedselketens in een aantal voedselrelaties beschreven.

Noteer zo’n voedselketen die uit drie schakels bestaat.

Antwoord: Brandnetel --> kleine vos --> koolmees

Slide 8 - Diapositive

Een voedselweb
In een ecosysteem (bijvoorbeeld een bos) lopen verschillende voedselketen door elkaar heen. Al deze voedsel relaties samen noem je een voedselweb. 

Met wat voor een soort organisme begint elke voedselketen ? 

Slide 9 - Diapositive

Een soort met bladgroenkorrels

Meestal een plant, maar dit kunnen ook algen of bacteriën met bladgroenkorrels zijn

Slide 10 - Diapositive

Fotosynthese, hoe zat dat ook al weer?

Slide 11 - Diapositive

Pauze
Is je groepje compleet? Heb je 3 onderwerpen ingestuurd?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Producenten en consumenten van de voedselketen

Producenten= organisme met bladgroenkorrels die 
energiearme stoffen kunnen omzetten in energierijke stoffen.

Consumenten: organisme die leven van energierijke stoffen
die gemaakt zijn door producenten. 

Slide 14 - Diapositive

Consumenten van de eerste orde
Planteneters: dieren die alleen planten eten. Dit zijn altijd  de tweede schakel in de voedselketen. 

Alleseters kunnen consument van de eerste orde of hoger zijn.

Vleeseters zijn altijd consumenten van de tweede orde of hoger. 

Slide 15 - Diapositive

Maar dan ga je dood...
Wat als planten of dieren sterven zonder op te worden gegeten? 

Daar hebben we afvaleters voor, denk hier bij aan insecten.

Slide 16 - Diapositive

Reducenten
Wat de afvaleter laten liggen.
Onder reducenten verstaan we bacteriën en schimmels, zij zijn de reducenten.
De reducenten zetten de energierijke stoffen uit dode planten en dieren om in energiearme stoffen , zoals koolstofdioxide, water en mineralen. 
Deze stoffen kunnen weer opgenomen worden waardoor er een kringloop onstaat. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Opdracht
De biologiedocent bespreekt met Faizal hoe zijn voedselweb eruit zou zien als er geen boerenkoolplanten waren.

Uit hoeveel groepen organismen bestaat het voedselweb van Faizal als hij de boerenkoolplanten weglaat?

A Uit 6 groepen organismen
B Uit 7 groepen organismen
C Uit 8 groepen organismen
D Uit 9 groepen organismen





Slide 19 - Diapositive

Opdracht
De biologiedocent bespreekt met Faizal hoe zijn voedselweb eruit zou zien als er geen boerenkoolplanten waren.

Uit hoeveel groepen organismen bestaat het voedselweb van Faizal als hij de boerenkoolplanten weglaat?

A Uit 6 groepen organismen
B Uit 7 groepen organismen
C Uit 8 groepen organismen
D Uit 9 groepen organismen





Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 2 tm 7 Basisstof 6.2 blz 74 tm 75

Slide 21 - Diapositive