Je kunt 6 onderdelen van een dierlijke cel benoemen.
Je kunt 9 onderdelen van een plantaardige cel benoemen.
Je kunt de functie beschrijven van alle bovenstaande onderdelen.
Je kent de 3 typen plastiden en hun functies.
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Herhalen
Dierlijke en plantaardige cellen
Organellen
Tijd voor hw
Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Huiswerkrad
Sluit je vast aan bij de les
Beloning
Straf
Huiswerk: 1 t/m 8, 5k blz. 112-114
Slide 3 - Diapositive
Haura en Beny kijken naar een microscopische foto van bacteriën. Haura zegt: De bacteriën vormen samen een weefsel. Beny zegt: 1 bacterie is een cel. Wie heeft/hebben gelijk?
A
Haura heeft gelijk
B
Beny heeft gelijk
C
Beide hebben gelijk
D
Beide hebben ongelijk
Slide 4 - Quiz
Planten hebben huidmondjes. Shaden vergelijkt het aantal huidmondjes van twee planten: een cactus en een tropische plant met grote bladeren. Wat zal hij waarschijnlijk ontdekken?
A
De cactus heeft de minste huidmondjes
B
De tropische plant heeft de minste huidmondjes
C
Beide planten hebben bijna evenveel huidmondjes
Slide 5 - Quiz
Shany wil een plant in de tuin verplaatsen. Zij haalt de plant eerst uit de grond. Als zij naar de wortels kijkt valt het haar op dat er allemaal dikke stukken zijn. Leg uit, wat is hier met de wortels aan de hand?
Slide 6 - Question ouverte
Shany maakt een gat voor de plant en zet de plant op zijn nieuwe plek, zij bedekt de plant netjes met aarde. Zij geeft de plant nog wat extra water. Een paar dagen later valt haar op dat alle stengels en bladeren van de plant zijn gaan hangen. Leg uit, wat is er met de plant aan de hand?
Slide 7 - Question ouverte
Cellen
Organismen bestaan uit cellen.
Cellen hebben organellen
Organellen voeren verschillende taken uit
Slide 8 - Diapositive
celmembraan
celwand
celkern
cytoplasma
bladgroenkorrel
vacuole
Slide 9 - Question de remorquage
Plastiden
Alleen planten hebben plastiden:
Bladgroenkorrel
Zorgt voor groene kleur, voert fotosynthese uit
Kleurstofkorrel
Zorgt voor kleuren van vruchten, bloemen
Zetmeelkorrel
Bevat zetmeel, veel in aardappels
Planten kunnen plastiden in andere plastiden veranderen
Slide 10 - Diapositive
Wat gebeurt hier?
Slide 11 - Question ouverte
Andere celorganellen
Mitochondriën
Motor van de cel
Maken energie
Ribosomen
Koks van de cel
Maken eiwitten
Slide 12 - Diapositive
Ga aan de slag met:
Lezen blz. 116 t/m 118
Maken Opdr. 1 t/m 8 blz. 119-121
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zs = Werken in stilte
Geen vinger opsteken
Aan het werk
Stil en stoor niemand
Blijf op je plek
timer
6:00
Slide 13 - Diapositive
Ga aan de slag met:
Lezen blz. 116 t/m 118
Maken Opdr. 1 t/m 8 blz. 119-121
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
Geen vinger opsteken
De docent komt langs
Aan het werk
Fluister alleen met de persoon naast je
Blijf op je plek
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Afsluiting
Begrippen: plastide, organel, vacuole, cytoplasma
Je kunt 4 onderdelen van een dierlijke cel benoemen.
Je kunt 7 onderdelen van een plantaardige cel benoemen.
Je kunt minimaal 4 verschillen tussen dierlijke cellen en plantaardige cellen noemen.
Je kunt de functie beschrijven van alle bovenstaande onderdelen.