T2 B3 KT

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

B3 Cellen

• Zitten volgens de plattegrond
• Spullen op tafel

       Boek, werkboek, schrift

• Tas van tafel
• Lees blz. 95 t/m 97

Kennen/Kunnen

• Begrippen: vacuole, cytoplasma, celkern
• Je kunt 3 onderdelen van een dierlijke cel benoemen.
• Je kunt 6 onderdelen van een plantaardige cel benoemen.
• Je kunt de functie beschrijven van alle bovenstaande onderdelen.

Wat gaan we doen?

• Herhalen
• Dierlijke en plantaardige cellen
• Organellen
• Tijd voor hw
  
• Afsluiten

Welk deel beweegt op en neer om een scherp beeld te krijgen

1. Grote Schroef
2. Tafel
3. Tubus
4. Lamp

Je hebt net een microscoop op je tafel gezet, wat doe je als eerst?

1. lampje aan
2. Diafragma open
3. rode objectief onder tubus
4. tafel omlaag

Hoe noem je de wisselbare lenzen van een microscoop?

1. Oculair
2. Revolver
3. Tubus
4. Objectief

Met welk deel van de microscoop kun je de hoeveelheid licht regelen?
(1 woord schrijven)

Je bent net klaar met het bekijken van een preparaat. Wat doe je eerst?

1. lampje uit
2. preparaat weghalen
3. rode objectief onder tubus
4. tafel omlaag

In welke volgorde ruim je de microscoop op?

1. .
2. .
3. .
4. .
5. .

rode objectief onder tubus

preparaat weghalen

lampje uit

tafel omlaag draaien

microscoop oppaken en wegbrengen

Cel

Kleinste onderdeel van een organisme

Vaak veel verschillende

• Zenuwcel
• Vetcel
• Bloedcel

celmembraan

celwand

celkern

cytoplasma

bladgroenkorrel

vacuole

Celonderdelen

• Celkern

Regelt alles in de cel, 

hersenen van een cel

• Cytoplasma

Water met opgeloste stoffen

• Celmembraan 

Vliesje om de cel 

plantencellen

Planten hebben extra onderdelen in hun cellen:

• Grote Vacuole

Blaasje gevuld met vocht > opslag water en stevigheid

• Celwand

Stevige laag om de cel > stevigheid

• Bladgroenkorrel

 Zorgt voor groene kleur, voert fotosynthese uit

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 95 t/m 97 
  
• Maken Opdr. 1 t/m 9 blz. 98-101

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zs = Werken in stilte

• Geen vinger opsteken
• Aan het werk
• Stil en stoor niemand
• Blijf op je plek

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 95 t/m 97
  
• Maken Opdr. 1 t/m 9 blz. 98-101

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Geen vinger opsteken
• De docent komt langs
• Aan het werk
• Fluister alleen met de persoon naast je
• Blijf op je plek

Afsluiting

• Begrippen: vacuole, cytoplasma, celkern
  , bladgroenkorrel, celmembraan, celwand
• Je kunt 3 onderdelen van een dierlijke cel benoemen.
  
• Je kunt 6 onderdelen van een plantaardige cel benoemen.
  
• Je kunt de functie beschrijven van alle bovenstaande onderdelen.