Thema 6 - week 2 - Gedrag achter gedrag

Expertles 2: oorzaken Onbegrepen gedrag
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Expertles 2: oorzaken Onbegrepen gedrag

Slide 1 - Diapositive

denk na, je doet dit in stilte:

Hoe gedraag je je bij je ouders?
Hoe gedraag je je op een begrafenis
Hoe gedraag je je bij vrienden?
Hoe gedraag je je op school?

Kortom hoe je je gedraagt ligt aan de situatie. We gaan het vandaag hebben over onbegrepen gedrag bij de client

Inhoud 
  • Lesdoelen
  • terugblik vorige week: Wat is onbegrepen gedrag?
  • Soorten onbegrepen gedrag
  • Quiz
  • Filmpjes
  • tips 
  • Afsluiting


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kunt aan het einde van de les in eigen woorden opschrijven wat onbegrepen gedrag is
  • Je kunt 3 oorzaken noemen van onbegrepen gedrag
  • Je kunt minimaal 3 voorbeelden opschrijven hoe je met onbegrepen gedrag om kunt gaan.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Onbegrepen gedrag
andere term = probleemgedrag

Al het gedrag van een cliënt of kind dat door de persoon zelf en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren

Slide 4 - Diapositive

onbegrepen gedrag kan zijn: agressief gedrag, maar ook weglopen, onrust, storend gedrag of het weigeren van zorg. In de zorg wordt het ook wel onbegrepen gedrag genoemd. Probleemgedrag is eigenlijk al het gedrag dat door een client en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. Wie kan er een voorbeeld noemen van stage of werk?

Voorbeelden onbegrepen gedrag
  • Jammeren, roepen, schreeuwen, zingen, steeds dezelfde geluiden maken.
  • Klagen, medicatie weigeren, tegenwerken, kritiek hebben
  • Ontremming: gulzig eten, handtastelijk zijn, hyperactief
  • Geen initiatief nemen, geen emoties tonen, moeilijk te activeren
  • Agressie: slaan, schoppen, gooien, bijten


 

Slide 5 - Diapositive

Onbegrepen gedrag is dus een heel breed begrip. Bedenk dat probleemgedrag ontstaat omdat de client probeert zichzelf staande te houden, vaak is de situatie nieuw of verwarrend voor de client

Slide 6 - Diapositive

Stel je voor: jij staat op uit je stoel en iemand anders gaat op jouw stoel zitten. Of er staat elke ochtend iemand bij je bed en zegt dat je op moet staan of iemand zegt dat het niet waar is wat je zegt. Of iemand zegt dat je moet eten of je wilt naar buiten maar dat mag niet..
Hoe zou jij dat vinden?? Studenten reageren.
gedrag komt dus altijd ergens vandaan. soms is het duidelijk en soms niet
Veel clienten moeten elke dag omgaan met dit soort vragen, de clienten kunnen hier verschillend op reageren. Dit kan vervelend zijn , niet elk vervelend gedrag is probleemgedrag

Gedrag achter gedrag..
Wat bedoelen we met deze zin?

Slide 7 - Diapositive

Om achter de oorzaak van probleemgedrag te komen heb je als professional zicht nodig op de wisselwerking tussen risicofactoren en beschermende factoren bij het kind of de client, en die van de omgeving. 
Risicofactoren: 
- lichamelijke problemen
- neurologische problemen
- opvoeding
- achterstand in ontwikkeling
- verstandelijke beperking
- verslaving
Quiz
Luister naar de vraag
Ga bij het juiste antwoord staan

Slide 8 - Diapositive

Je weet nu wat onbegrepen gedrag is, kunt al een aantal voorbeelden noemen zoals agressie. 
in deze quiz gaan we aan de hand van voorbeelden die je kunt tegenkomen op stage nog meer bespreken over onbegrepen gedrag.
Ik lees de stelling voor, je gaat bij het antwoord staan waarvan jij denkt dat deze juist is. Je kunt de beurt krijgen om uitleg te geven. Je luistert naar de uitleg van de anderen.
Vraag 1
Je cliënt is verward en hij vindt jou bedreigend.
Wat doe jij?

A) Je praat hard en duidelijk
B) Je gaat dicht bij de cliënt staan/zitten
C) Je laat de cliënt vertellen wat er is
D) Je doet iets onverwachts, verrast de cliënt

Slide 9 - Diapositive

C is juist. De client is verward en voelt zich bedreigd. Leg steeds uit wat je gaat doen, zorg dus niet voor verrassingen. Praat niet te hard, blijf rustig, neem een klein beetje afstand zodat de situatie minder bedreigend wordt. Je hebt kans dat de client rustiger wordt. Lukt het niet? Accepteer dit, laat de client veilig achter (als dat kan) en probeer het later nog eens

Vraag 2
Waar of niet waar?
Een uiting van verbale agressie kan een lichamelijke oorzaak hebben

A) Waar
B) Niet waar

Slide 10 - Diapositive

Het antwoord is waar. Agressie kan een sociale of psychische oorzaak hebben (zoals irritatie tussen cliënten, gebrek aan privacy, betutteling) maar er kan ook een lichamelijke oorzaak zijn zoals: infecties (blaasontsteking bijvoorbeeld of longontsteking), een reactie op medicatie, een niet goed werkende schildklier, pijn of heel simpel: de client zit/ligt niet lekker

Vraag 3
De omgeving van het kind kan zorgen voor probleemgedrag.

A) Niet waar
B) Waar

Slide 11 - Diapositive

Het antwoord is waar. Kinderen kunnen moeite hebben met de grootte van de groep, te veel prikkels in de klas, weinig keuzevrijheid, geen erkenning krijgen thuis etc...
Ook clienten die bijvoorbeeld niet geen bewegingsvrijheid ervaren (gesloten deuren).
Als mensen niet weg kunnen dan kunnen ze prikkelbaar of wantrouwend worden. Soms helpt het als de client meer ruimte heeft bijvoorbeeld even naar buiten gaan. Of denk aan veel geluid of veel prikkels (zoals informatiebordjes op de deuren of fel licht. Sommige clienten worden juist rustig van bepaald licht of bepaald geluid!
Probeer altijd te zoeken naar de oorzaak van het gedrag

Vraag 4
Twee kinderen zitten in de klas flink ruzie te maken. Wat kun je het beste doen?

A) Je neemt het op voor het zwakkere kind
B) Je zoekt uit wie er begon
C) Je spreekt de kinderen aan op hun gedrag
D) Je neemt de ruziezoekers apart

Slide 12 - Diapositive

D is het goede antwoord: beide kinderen hebben allebei gelijk vinden ze. Het gaat er niet om wie gelijk heeft maar het gaat er om dat je beide kinderen serieus neemt en van beiden hun verhaal hoort. Als beide kinderen rustig zijn kun je ervoor kiezen om hen aan te spreken op hun gedrag. Leer kinderen wat ze de volgende keer kunnen doen.
Na deze vraag gaan de studenten weer op hun eigen plek zitten

Kijkvragen

  1. Wat zie je aan onbegrepen gedrag in het eerste filmpje?
  2. Welke oplossingen/tips zie en hoor je in het tweede filmpje over onbegrepen gedrag?

Slide 13 - Diapositive

Filmpje 1: voorbeeld van een man (in stoel) die opmerkingen maakt tegen medebewoners en de zorgverlener.
Filmpje 2: verzorgenden vertellen wat kan helpen bij ongewenst gedrag

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips bij onbegrepen gedrag
Je krijgt POST-its van je docent. Ga op zoek naar tips hoe je het best om kan gaan met onbegrepen gedrag.
4 flapovers, Post- ITs plakken bij je doelgroep
Zoek dit op voor de doelgroep waar je op dit moment werkzaam bent:
Kinderen
Mensen met een verstandelijke beperking
Ouderen
Patiënten in het ziekenhuis (denk aan een delier)

Slide 15 - Diapositive

Samengevat: probleem gedrag is onbegrepen gedrag. Het is al het gedrag waar de omgeving moeilijk mee om kan gaan.
Wat kun je als zorgverlener doen?
Overleg met je collega wat je gaat doen, zijn er afspraken op de afdeling of staan er afspraken in het zorgplan?
Blijf rustig, neem een beetje afstand
Neem de client altijd serieus en laat de client vertellen als de client dat kan
Zorg voor afleiding: rustige muziek, licht, of wil de client even alleen zijn?
Wees voorspelbaar: vertel altijd wat je doet en gaat doen. Voer je handelingen rustig uit.
Gedrag komt altijd ergens vandaan, probeer te achterhalen wat er aan de hand is (prikkels? Onrust? Lichamelijke oorzaak?)

Lesdoelen
  • Je kunt aan het einde van de les in eigen woorden opschrijven wat onbegrepen gedrag is
  • Je kunt 3 oorzaken noemen van onbegrepen gedrag
  • Je kunt minimaal 3 tips geven over het omgaan met onbegrepen gedrag.

Slide 16 - Diapositive

De student vult het formulier in
Afsluiter

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions