Les 4 - 3M

Bienvenue au cours de français 

- Spullen op tafel (boek,etui,studieplanner)

Mardi 17 septembre 2024








1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue au cours de français 

- Spullen op tafel (boek,etui,studieplanner)

Mardi 17 septembre 2024








Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?




  • Overhoren apprendre 2
  • Herhalen passé composé met avoir
  • Uitleg passé composé met être
  • Faire exercice 16

Slide 2 - Diapositive

Après ce cours (na deze les):
- Kun je een werkwoord vervoegen in de voltooide tijd met behulp van het hulpwerkwoord 'hebben'
- Kun je een werkwoord vervoegen in de voltooide tijd met behulp van het hulpwerkwoord 'zijn'


Slide 3 - Diapositive

Overhoring apprendre 2
- 2 minutes
- in absolute stilte
- niet bij je buurman/buurvrouw kijken
- je krijgt een cijfer in Somtoday met weging 0 (telt dus niet mee)

Slide 4 - Diapositive

De voltooid tegenwoordige tijd
In het Nederlands:
Een v.t.t. bestaat uit een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord

Ik heb gegeten
Jij hebt geslapen
Wij hebben gewerkt 

Slide 5 - Diapositive

De voltooid tegenwoordige tijd
In het Frans:
Een v.t.t. bestaat uit een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord

J'ai mangé
Tu as regardé
Nous avons travaillé

Slide 6 - Diapositive

De voltooid tegenwoordige tijd
Om een 'passé composé' te maken, schrijf je altijd eerst het hulpwerkwoord op. Dit is een vorm van avoir. 
Vervolgens maak je van het werkwoord een voltooid deelwoord. Dit doe je in de meeste gevallen door stam+é op te schrijven, of anders een vast voltooid deelwoord te gebruiken, bijv:
J'ai eu (ik heb gehad), vous avez fait (jullie hebben gemaakt)

Slide 7 - Diapositive

De voltooid tegenwoordige tijd
In sommige gevallen gebruik je niet het hulpwerkwoord 'hebben', maar 'zijn'
Ik ben gevallen, hij is geboren, wij zijn gegaan

In het Frans kies je dan ook voor het hulpwerkwoord 'être'
Je suis tombé, tu es monté
Kijk dus goed welk hulpwerkwoord je moet gebruiken!

Slide 8 - Diapositive

De voltooid tegenwoordige tijd
Gebruik je het hulpwerkwoord être, dan komt er soms nog een extra letter achter het voltooid deelwoord:
Je suis tombé
Tu es tombé
Il est tombé
Elle est tombée
On est tombé 

Slide 9 - Diapositive

De voltooid tegenwoordige tijd
Nous sommes tombés
Vous êtes tombés
Ils sont tombés
Elles sont tombées

Bij vrouwelijke personen +e, bij meervoud +s en bij vrouwelijk meervoud +es

Slide 10 - Diapositive

De voltooid tegenwoordige tijd
Hoe kun je nou weten welk hulpwerkwoord je moet gebruiken?

Bijna hetzelfde als in het Nederlands, behalve bij être zelf
Ik ben geweest - J'ai été

De être-werkwoorden staan ook in het être-huis (zie blz 24)

Slide 11 - Diapositive

Au travail!
Exercice 16A: welk hulpwerkwoord hoor je?
Exercice 16B+C: Oefenen met de passé composé met avoir
Exercice 16E+F: Oefenen met de passé composé met être

Slide 12 - Diapositive

Les devoirs
Huiswerk voor vrijdag 20 september 6e/7e uur

- Maken exercice 16B&C en 16E&F






Slide 13 - Diapositive

Check doelen - nu:
- Kun je een werkwoord vervoegen in de voltooide tijd met behulp van het hulpwerkwoord 'hebben'
- Kun je een werkwoord vervoegen in de voltooide tijd met behulp van het hulpwerkwoord 'zijn'


Slide 14 - Diapositive