Formuleren - 2

Dubbelop fouten
Contaminatie
Tautologie
Pleonasme 
Onjuiste herhaling
Dubbele ontkenning
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Dubbelop fouten
Contaminatie
Tautologie
Pleonasme 
Onjuiste herhaling
Dubbele ontkenning

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Planning
1. Bespreken dubbelop fouten 
2. Fouten met verwijswoorden 

LESDOEL: 
Aan het eind van de les kan je onjuiste verwijswoorden herkennen en juiste verwijswoorden noemen.

Slide 3 - Diapositive

Zoek gevallen dubbelop (opdr. 2)

4. De basisschoolkinderen hebben naar de zomervakantie, die zij altijd als een geweldige tijd ervaren, door de extreme hitte in juni al weken naar uitgekeken.
'naar' en 'naar' 
dubbelop
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Dubbele ontkenning
D
Onjuiste herhaling

Slide 4 - Quiz

5. Mijn mentor in havo 3 raadde mij indertijd nadrukkelijk af om geen exact profiel te kiezen, omdat ik slechte cijfers had voor wiskunde en natuurkunde.
raadde af en geen
A
onjuiste herhaling
B
dubbele ontkenning
C
contaminatie
D
tautologie

Slide 5 - Quiz

(opdr. 3) 1.Zo'n hedendaagse platenspeler mag dan een geweldig geluid voortbrengen, mij kost zo'n apparaat toch echt veel te duur.
'kost veel' of 'is duur' 
A
pleonasme
B
contaminatie
C
onjuiste herhaling
D
dubbele ontkenning

Slide 6 - Quiz

3. De laatste jaren komen er steeds meer romans van vrouwelijke schrijfsters op de markt, die vooral vrouwen van in de dertig aanspreken.
vrouwelijke schrijfsters = pleonasme 
Laat vrouwelijk weg 
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
onjuiste herhaling

Slide 7 - Quiz

8. De oehoe is een prachtige vogel, maar in Nederland komt hij de laatste jaren slechts zeldzaam voor; overigens is recentelijk in Twente weer een broedpaartje gesignaleerd.
Verbetering: ‘is zeldzaam’ of ‘komt zelden voor’
A
pleonasme
B
contaminatie
C
tautologie
D
dubbele ontkenning

Slide 8 - Quiz

Wat is de tautologie?
A
blij en verheugd
B
heden en verleden
C
groen gras
D
uren op jou te wachten

Slide 9 - Quiz

Volgens mijn mening moet Schiphol krimpen in plaats van uitbreiden.
Volgens mij mening = 
1.Volgens mij 
2. Naar mijn mening 
A
contaminatie
B
pleonasme

Slide 10 - Quiz

Heb jij je betoog niet ingeleverd vanochtend? Die moet dan overnieuw.
Over 
of 
opnieuw
A
tautologie
B
pleonasme
C
onjuiste herhaling
D
contaminatie

Slide 11 - Quiz

Verwijzen

'Het meisje dat daar loopt.'
of
'Het meisje die daar loopt.'?

Slide 12 - Diapositive



Met een verwijswoord wijs je terug naar een of meer woorden die eerder genoemd zijn, het antecedent. Vaak is dit antecedent de kern van een zinsdeel.



De jongen koopt een fiets. Hij fietst erop naar huis. Hij laat hem zien aan zijn moeder. De jongen is er blij mee.
Verwijswoorden

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

NU Maken: 
Fouten met verwijswoorden (bladzijde 211, opdracht 6,7,8) 
Klaar? --> opdracht 11 
Betoog niet ingeleverd? 8e uur schrijven in lokaal 213...

Om over na te denken:
Welk verwijswoord bij non-binaire personen? qij' / 'xij' / 'hen' / 'hun' / 'die' 



NU Maken: 
Fouten met verwijswoorden (bladzijde 211, opdracht 6,7,8) 
Klaar? --> opdracht 11 
Betoog niet ingeleverd? 8e uur schrijven in lokaal 213...

Om over na te denken:
Welk verwijswoord bij non-binaire personen?  qij' / 'xij' / 'hen'  / 'hun' / 'die' 



NU Maken: 
Fouten met verwijswoorden (bladzijde 211, opdracht 6,7,8) 
Klaar? --> opdracht 11 
Betoog niet ingeleverd? 8e uur schrijven in lokaal 213...

Om over na te denken:
Welk verwijswoord bij non-binaire personen? qij' / 'xij' / 'hen' / 'hun' / 'die



Slide 15 - Diapositive