HAVO 3 par 6.1 LES 1 zwijgen of praten

PARAGRAAF 6.1
LES 1
Zwijgen of praten
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PARAGRAAF 6.1
LES 1
Zwijgen of praten

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • wat is speltheorie
  • wat is het gevangenendilemma
  • wat is een prijzenoorlog
  • wat is zelfbinding 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
  • Wat is speltheorie

Slide 3 - Diapositive

Economie is keuzes maken
Files oplossen of problemen in de zorg oplossen?

Vergrijzing? Groei? Milieu? Keuzes maken! Wat is de beste keuze?

Slide 4 - Diapositive

Speltheorie
We gebruiken in de economie vaak economiespellen om een echte situatie in theorie na te bootsen.

Dit heet speltheorie.
Het gaat dan om situaties waarbij wat de ene partij doet, invloed heeft op de andere partij.

Slide 5 - Diapositive

Lesdoel
  • Wat is een gevangenendilemma (prisoners dilemma)

Slide 6 - Diapositive

Het gevangenendilemma
Het gevangenendilemma (prisoners dilemma) is een klassiek voorbeeld uit de speltheorie.
 
Het gevangenendilemma is een denkbeeldig probleem waar gevangenen tegenaan zouden kunnen lopen.

Als je kiest voor eigen belang, is dat niet altijd de optimale uitkomst.



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Lesdoel
  • Wat is prijzenoorlog

Slide 10 - Diapositive

Prijzenoorlog
Supermarkten willen met behulp van lage prijzen klanten aantrekken.

Zo kan een prijzenoorlog ontstaan waar eigenlijk alleen de klant het meeste profijt van heeft. 

Slide 11 - Diapositive

Lesdoel
  • Wat is zelfbinding

Slide 12 - Diapositive

Zelfbinding of Samenwerking
In Nederland mogen bedrijven geen afspraken met elkaar maken om de concurrentie te beperken (geen prijsafspraken, geen Kartel vormen).

Bij zelfbinding maakt een bedrijf zelf van tevoren bekend wat het gaat doen bij een dilemma, het voert zijn eigen strategie.

Slide 13 - Diapositive

Samenvatting
  • wat is speltheorie
  • wat is het gevangenendilemma
  • wat is een prijzenoorlog
  • wat is zelfbinding 

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag...
Lees de theorie van paragraaf 6.1 en van deze Lesson up goed door.
 
Maak de vragen 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 van paragraaf 6.1
Maak de Lesson Up vragen
 
Bekijk eventueel de extra filmpjes achterin de Lesson Up

Slide 15 - Diapositive

Oefenen
lees goed de theorie door in je boek en zoek het op als je een vraag niet weet
Succes!

Slide 16 - Diapositive

In het gevangenendilemma ontstaat een uitkomst die uiteindelijk
A
voor 1 iemand het gunstigst is
B
voor beiden personen het gunstigst is
C
voor beiden personen niet het gunstigst is

Slide 17 - Quiz

Wat is de uitkomst (evenwicht)?
A
Beide geen uitverkoop
B
Boerkoel wel, Van Erp geen uitverkoop
C
Van Erp wel, Boerkoel geen uitverkoop
D
Beide wel uitverkoop

Slide 18 - Quiz

Wat is de uitkomst (evenwicht)?
A
Beide geen prijsverlaging
B
Hanssen wel, Ertürk geen prijsverlaging
C
Ertürk wel, Hanssen geen prijsverlaging
D
Beide wel prijsverlaging

Slide 19 - Quiz

Is dit een gevangenendilemma?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Is dit een gevangenendilemma?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Een prijzenoorlog houdt in het kort in:
A
Bedrijven verhogen steeds de prijzen
B
Bedrijven verlagen steeds de prijzen
C
Prijzen stijgen meer dan inflatie
D
Landen beperken import goedkope producten

Slide 22 - Quiz

Wat is zelfbinding?
A
Het bedrijf bind klanten aan zich
B
Het bedrijf zorgt is zelf gebonden zijn aan een prijs
C
Het bedrijf volgt de prijs van een concurrent
D
Een bedrijf maakt van te voren via de media bekend wat het gaat doen met bijvoorbeeld de prijs van de producten

Slide 23 - Quiz

Een kartel heeft als doel om ...
A
concurrentie te vergroten
B
concurrentie te verminderen
C
te hoge prijzen tegen te gaan

Slide 24 - Quiz

Wat is een kartel?
A
Een groep bedrijven die prijsafspraken maakt
B
Een groep ministers die afspraken maken.
C
Een groep mensen die demonstreren.
D
Een groep werknemers die een CAO willen.

Slide 25 - Quiz

Kartels zijn voor de producent
A
Gunstig
B
Ongunstig

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo