Massaverhoudingen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Massaverhoudingen

H3d dinsdag 12 januari

Leerdoelen

- Je weet wat massaverhouding is en hoe je ermee kan rekenen.

Fe (s) + S (s) -> FeS (s)
Ijzer en zwavel reageren samen in de bovenstaande verhouding. Stel er Reageert 55,9 g Fe met 32,1 g S.
Hoeveel FeS zal er ontstaan?

1. 55,9 g FeS
2. 32,1 g FeS
3. 88,0 g FeS
4. Kun je niet weten met deze gegevens.

Planning

-Uitleg massa verhouding

-Gezamelijke oefening

-Zelfstandig werken

-Afsluiting

De verhouding

In de vergelijking Fe (s) + S (s) -> FeS (s). Reageert Fe met S in de verhouding 1:1. 

Als je dit om zou zetten in atoommassa's in u krijg je:

1 Fe atoom met atoommassa 55,9 u reageert met 1 S atoom met atoommassa 32,1 u tot de verbinding FeS met een massa van 88,0 u.

Zie ook de tabel op bladzijde 121 in je boek.

De verhouding

De verhoudingen tussen de massa's blijft altijd hetzelfde.

Dit zorgt ervoor dat je met deze verhoudingen kan berekenen hoeveel stof er ontstaat of hoeveel je nodig hebt.

	Fe	S	FeS
Coefficienten reactievergelijking	1	1	1
Massa in u	55,9	32,1	88,0
Massa in g	10	x	x

Maak de volgende reactie vergelijking tussen natrium en chloor tot keukenzout kloppend.

_ Na (s) + _ Cl₂ (g) -> _ NaCl (s)

De massaverhouding

Hieronder in de tabel heb ik ingevuld wat de massaverhouding tussen de stoffen is in u.

	Na	Cl 2	NaCl
Coefficienten reactievergelijking	2	1	2
Massa in u	2 x 23,0 = 46,0	1 x (2 x Cl) = 2 x 35,5 = 71,0	2 x (1 x Na + 1 x Cl) = 2 x (1 x 23,0 + 1 x 35,5) = 117,0
Massa in g	5,0	A	B

Antwoord A

Bereken de massa in g van de hoeveelheid zout die wordt gevormd.

Zelfstandig werken

- Lees paragraaf 4.3 op blz. 121

- Maak de opgaves 33 t/m 45

- Je hebt hiervoor tot 11:55

- vragen stellen mag natuurlijk!

Deze stap vond ik het moeilijkst van de stof: