H4.3 Rekenen aan reacties

4.2 Reactievergelijkingen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4.2 Reactievergelijkingen

Slide 1 - Diapositive

Stappenplan reactievergelijking
  1. Stel reactieschema op
  2. Vervang elke stofnaam door de bijbehorende formule
  3. Stel de kloppende reactievergelijking op
  4. Controleer of de reactievergelijking klopt 

Slide 2 - Diapositive

Reactieschema maken
Koolstof reageert met zuurstof tot koolstofmono-oxide
1: welke stof(fen) is/zijn de beginstoffen
2: welke stof(fen) is/zijn de eindproducten
Maak je reactieschema     (met + -> )

koolstof + zuurstof (g) -> koolstofmono-oxide

Slide 3 - Diapositive

Reactievergelijking maken
Je begint met je reactieschema:
koolstof (s) + zuurstof (g) -> koolstofmono-oxide (g)

Stoffen eronder zetten
C (s) + O2 (g) --> CO (g)

Kloppend maken
2 C (s) + O2 (g) -->2  CO (g)

Slide 4 - Diapositive

4.3 Rekenen aan reacties

Slide 5 - Diapositive

Wet van behoud van massa
Massa van de beginstoffen = Massa van de reactieproducten

Slide 6 - Diapositive

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 7 - Diapositive

HCl (g) + NH3 (g) -> NH4Cl (s)
3,6 mg + 1,7 mg -> X mg
Welk getal moet op de plaats van X?
A
1,7
B
2,65
C
3,6
D
5,3

Slide 8 - Quiz

Fe(s) + S(s) -> FeS(s)
Verhouding van de atomen is 1 : 1
Massaverhouding 55,9 : 32,1
Massa's van atomen  kun je aflezen in een periodiek systeem

Slide 9 - Diapositive

Het periodiek systeem

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Mg reageert met zuurstof in de massaverhouding 24.3 : 16,0. Hoeveel gram zuurstof reageert met 8,50 g Mg?(Rekenmachine)
A
12,9 g zuurstof
B
5,6 g zuurstof
C
8,5 g zuurstof
D
16,0 g zuurstof

Slide 12 - Quiz

Koolstof reageert met zuurstof in de massaverhouding 12,0 : 32,0. Hoeveel gram koolstof reageert er met 45,0 g zuurstof?
A
8,5 gram koolstof
B
45,0 gram koolstof
C
16,9 gram koolstof
D
12,0 gram koolstof

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Lien

Geef de bereiding van bariumsulfaat in een reactievergelijking weer met toestandsaanduiding.(2p)
 BaCl2 (s) + H2SO4 (l) → BaSO4 (s) + 2 HCl (g).

Slide 15 - Diapositive

Bariumsulfaat, BaSO4 (s), kun je maken door bariumchloride, BaCl2 (s) te laten reageren met zwavelzuur, H2SO4. Bij die reactie ontstaan bariumsulfaat, en waterstofchloride, HCl (g). Tijdens de reactie stijgt de temperatuur.
1 Geef de bereiding van bariumsulfaat in een reactievergelijking weer met toestandsaanduiding.(2p)

Slide 16 - Diapositive

Bariumchloride en zwavelzuur reageren met elkaar in de massaverhouding
208,5 : 98.
3 Men voegt 100 g bariumchloride samen met zwavelzuur. Bereken hoeveel zwavelzuur er reageert. (2p)
4 Bereken de massa van de reactieproducten. (2p)


Slide 17 - Diapositive

3 Men voegt 100 g bariumchloride samen met zwavelzuur. Bereken hoeveel zwavelzuur er reageert. (2p)
 Met gebruik van een verhoudingstabel
BaCl2 (s) + H2SO4 (l) → BaSO4 (s) + 2 HCl (g).
208,5                98
100                       X

Er reageert x = 98*100 / 208.5 = 47 zwavelzuur.
  



Slide 18 - Diapositive

Bereken de massa van de reactieproducten. (2p)
De wet van behoud van massa geldt: 100 + 47 = 147 g is de massa van de reactieproducten.

Slide 19 - Diapositive