oefentoets Hoofdstuk 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

proeftoets

hoofdstuk 1

Roan wil graag 50% brutowinst verdienen op zijn inkoopkosten van 0,48 cent.
Wat wordt zijn verkoopprijs?
Hij moet ook over de snoep 21% btw berekenen. Hoeveel wordt de consumentenprijs?

Samantha heeft een stroopwafelkraam. Haar brutowinst is in een week
€ 1.257. Voor de kraam betaalt zij € 270, haar transportkosten zijn € 360 en aan verpakkingsmateriaal is zij € 120 kwijt. Bereken de nettowinst van Samantha.
Geef de berekening!

Een autodealer verkoopt een auto voor € 12000,-.
De inkoopprijs van de auto is € 9000,-.
De bedrijfskosten zijn € 250,-
Bereken de brutowinst en de nettowinst. Zet de berekening erbij.

Maud verkoopt wenskaarten. Ze koopt ze in voor € 2 per stuk. Ze verhoogt de inkoopprijs met de brutowinst van 70% van de inkoopwaarde.
Bereken de brutowinstopslag. Schrijf de berekening op.

In een maand wast Rinus op 680 adressen de ramen. De vaste kosten in zijn
glazenwassersbedrijf bedragen € 1.000 per maand. De variabele kosten zijn 0,50 per adres.
Bereken de kostprijs van het ramenwassen per adres.

Als de vaste kosten stijgen, neemt de kostprijs per product toe.

1. juist
2. onjuist

Als de productie toeneemt, dalen de vaste kosten per product

1. juist
2. onjuist

Personeelskosten kunnen vaste kosten zijn, maar soms ook variabele kosten.

1. juist
2. onjuist

't Huuske verkocht afgelopen maand 4700 snacks, welke worden ingekocht bij de groothandel. Per maand betaalt het bedrijf €750 huur, de loonkosten van een vaste werknemer €1800 en verzekeringen €980. De variabele kosten bestaan uit de ingekochte snacks. De gemiddelde inkoopprijs bedraagt €0,75 per stuk.

Hoeveel zijn de totale variabele kosten? Schrijf je berekening op.

Hoe denkt ze over de nettowinst van haar bedrijf?

't Huuske verkocht afgelopen maand 4700 snacks, welke worden ingekocht bij de groothandel. Per maand betaalt het bedrijf €750 huur, de loonkosten van een vaste werknemer €1800 en verzekeringen €980. De variabele kosten bestaan uit de ingekochte snacks. De gemiddelde inkoopprijs bedraagt €0,75 per stuk.

Bereken de kostprijs per product

't Huuske verkocht afgelopen maand 4700 snacks, welke worden ingekocht bij de groothandel. Per maand betaalt het bedrijf €750 huur, de loonkosten van een vaste werknemer €1800 en verzekeringen €980. De variabele kosten bestaan uit de ingekochte snacks. De gemiddelde inkoopprijs bedraagt €0,75 per stuk. De gemiddelde verkoopprijs is € 2,- (excl btw)

Hoeveel bedraagt het nettoresultaat. Geef aan of het resultaat positief of negatief is.

Brutowinstmarge

Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. 

De brutowinstmarge op groente is veel hoger is dan op veel andere producten, bijvoorbeeld wasmiddelen.
-->Verklaar waarom de brutowinstmarge op groente veel hoger moet zijn dan de brutowinstmarge op wasmiddelen.

Vraag naar producten

De vraag naar producten kunnen we tekenen in een grafiek, zoals je hieronder ziet. Bij een prijs van € 550 worden er 0 fietsen verkocht. Bij een prijs van € 400 worden er 100 fietsen verkocht.

Dit noemen we de vraaglijn.

Stel je voor: er is maar 1 aanbieder van Gazelle fietsen
Deze verkoper overweegt de vraagprijs van 1 fiets te verlagen van 475 euro naar 450 euro.
Laat met een berekening zien wat er gebeurt er met de omzet.

De verkoper overweegt de vraagprijs van 1 fiets te verlagen van 475 euro naar 450 euro
Noem een redenen om de vraagprijs NIET te verlagen