Proef woordenschat NN H4-5-6 - 1VWO

Proef Woordenschat
Hoofdstuk 4-5-6
VWO
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Proef Woordenschat
Hoofdstuk 4-5-6
VWO

Slide 1 - Diapositive

Let goed op bij deze les...
Je weet maar nooit welke woorden
je nog tegenkomt op de toets...

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent
'impulsief'?
A
niet doordacht
B
vis gevangen met pulsvissen
C
opvliegerig
D
elektrisch

Slide 3 - Quiz

Wat is
'mentaal'?
A
stoere mannentaal
B
geestelijk, niet lichamelijk
C
beelddenken
D
niet belangrijk

Slide 4 - Quiz

Wat is de
'onderwereld"?
A
criminele kringen
B
de kelder van de kerk
C
de personeelskamer van het Antonius
D
het politiebureau

Slide 5 - Quiz

Wat is een ander woord voor
'helaas'?
A
te zijner tijd
B
desalniettemin
C
ten overvloede
D
onverhoopt

Slide 6 - Quiz

Wat betekent
'recalcitrant'?
A
bijdehand
B
ingewikkeld
C
niet aangepast, vol verzet
D
indrukwekkend, groots

Slide 7 - Quiz

Wat is een ander woord voor
'status'?
A
koninklijk
B
aanzien
C
afwezig
D
breekbaar

Slide 8 - Quiz

Wat is een ander woord voor
'gehecht' of 'vastgelegd'?
A
versluierd
B
gedesillusioneerd
C
virtueel
D
verankerd

Slide 9 - Quiz

Wat is een ander woord voor
'vervolgd'?
A
aangemoedigd
B
verschaft
C
aangeklaagd
D
vernietigd

Slide 10 - Quiz

Welk woord wordt bedoeld met
'erg teleurgesteld'

Slide 11 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor
'in staat om verder te leven'

Slide 12 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor als je iets
'aan het zicht onttrekt, afdekt'

Slide 13 - Question ouverte

Wat is een synoniem voor
'wonderlijk genoeg', 'let op'?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor
'ziekteverschijnselen'?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor
'geestelijke' of 'mentale'?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het synoniem voor.....
WAT IS HET SYNONIEM VOOR..........

Slide 17 - Diapositive

consequenties
A
aanmoedigingen
B
hoeveelheden
C
gevolgen
D
belastingen

Slide 18 - Quiz

concentratievermogen
A
iets wat brugklassers niet hebben
B
mate waarin je je bezighoudt met 1 ding
C
uithoudingsvermogen
D
kracht

Slide 19 - Quiz

copieus
A
overmatig, teveel
B
illegale downloads van internet
C
slecht gekopieerd
D
vet

Slide 20 - Quiz

vettax
A
soort boter
B
Vlaamse friet
C
middel tegen puistjes
D
belasting op voedsel met veel suiker of vet

Slide 21 - Quiz

virtuele
A
niet echte, denkbeeldige
B
zichtbare
C
schimmige
D
lichamelijke

Slide 22 - Quiz

calorierijke
A
het gemiddelde eten uit de Antonius-kantine
B
voedzame
C
veel energie bevattend
D
vol vezels

Slide 23 - Quiz

accijns
A
zakgeld
B
worstje
C
verzekering
D
belasting

Slide 24 - Quiz

kieskeurig
A
goed gepoetst gebit
B
zorgvuldige keus makend, veeleisend
C
goed gekleed
D
goed gekozen

Slide 25 - Quiz

stimulans
A
herkansing
B
aandrijving van een motorboot
C
extra
D
aanmoediging

Slide 26 - Quiz

verschaffen
A
geven
B
vergeven
C
opgeven
D
aangeven

Slide 27 - Quiz

gehalte
A
Fries voor 'geen bushalte'
B
vleesgerecht
C
gevolgen
D
hoeveelheid

Slide 28 - Quiz

duiden
A
accepteren
B
begrijpen, betekenis geven
C
spreiden
D
vastzetten

Slide 29 - Quiz

Nu weet ik alle woorden van woordenschat!!
A
je moeder
B
echt not
C
paars
D
Yess ik ga voor een 10!

Slide 30 - Quiz