nieuwsbegrip week 45

Tekst nieuwsbegrip
Lees de tekst 1x voor jezelf

onderstreep woorden die voor jou moeilijk zijn. 

We lezen  de tekst nu samen hardop en bespreken de moeilijke woorden. 

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
LezenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Tekst nieuwsbegrip
Lees de tekst 1x voor jezelf

onderstreep woorden die voor jou moeilijk zijn. 

We lezen  de tekst nu samen hardop en bespreken de moeilijke woorden. 

Slide 1 - Diapositive

Wat gebeurde er in het jaartal 1863
(lees de zin bij het jaartal, soms ook even daarvoor / erachter)

Slide 2 - Question ouverte

Wat gebeurde er in het jaartal 1968

Slide 3 - Question ouverte

Wat gebeurde er in het jaartal 1985

Slide 4 - Question ouverte

Wat gebeurde er in het jaartal 2002

Slide 5 - Question ouverte

Wat gebeurde er in het jaartal 2020

Slide 6 - Question ouverte

1. In regel 8 staat het woordje daarop. Waar verwijst dit woord naar?
A
op de metro
B
op een groot kunstwerk
C
op het water
D
op de rails

Slide 7 - Quiz

wat is een passagier (r8)
A
iemand die meereist
B
iemand die repareert
C
iemand die bestuurt
D
iemand die schoonmaakt

Slide 8 - Quiz

3. Lees de tekst onder het kopje Gered door een walvisstaart nog een keer. Wat is waar? Kies A, B, C of D.
I. De twee walvisstaarten zijn gemaakt om metro’s te redden.
II. De metro is gered door één walvisstaart, niet twee.

A
alleen 1 is waar
B
alleen 2 is waar
C
1 en 2 allebei niet waar
D
1 en 2 allebei wel waar

Slide 9 - Quiz

In regel 27-28 staat: Die metro reed tussen het Centraal Station en het Zuidplein. Inmiddels rijden er veel meer metro’s in Rotterdam. Wat betekent inmiddels?
A
nu
B
straks
C
eerder
D
dan

Slide 10 - Quiz

Welk kopje past ook bij het stukje tekst onder Metro? Kies het beste antwoord.
A
explosie
B
geschiedenis
C
kunstwerk
D
Spijkernisse

Slide 11 - Quiz

Heb je wel eens een ongeluk gezien of mee gemaakt?

Slide 12 - Question ouverte