Persoonsvorm zwakke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Persoonsvorm zwakke werkwoorden

Doel van de les

Aan het eind van de les kun je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen

                       'T X-Kofschip

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
KRABBEN

1. krab
2. krabte
3. krabde
4. krabtde

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
RUSTEN

1. rust
2. ruste
3. rustten
4. rustte

Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.

1. besteden
2. besteede
3. besteedden
4. besteeden

Zij verhuiste vorige week naar het buitenland.

1. goed
2. fout

Het huis brandde gisteren helemaal af.

1. goed
2. fout

Koste die jurk veel geld?

1. goed
2. fout

Opdrachten maken

Blz. 242

Cursus 7 paragraaf 10

Opdrachten 1 t/m 5

Mijn zusje danst de hele avond.

1. dansde
2. danste
3. dansede
4. dansen

Oefen op je wisbordje

Overleg met z'n tweeën en zet de 

zinnen in de verleden tijd. 

1. Ik volg hem naar de bioscoop. 

2. Zij werkt al heel lang in die winkel.

3. De hond blaft altijd als ik kom.