leesmanieren
1 / 26
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe voel je je vandaag?
A
B
C
D
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Welke tekstsoorten
en tekstdoelen ken je nog?
en tekstdoelen ken je nog?
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Diapositive
Welke tekstsoort
is dit ook alweer?
is dit ook alweer?
A
informerend
B
verhalend
C
betogend
D
instructie
Slide 7 - Quiz
Welk tekstdoel
heeft deze tekst?
heeft deze tekst?
A
amuseren
B
overhalen/ mening geven
C
hoe je iets moet doen
D
informeren/iets nieuws vertellen
Slide 8 - Quiz
Welke tekstsoort ?
A
informerend
B
verhalend
C
betogend
D
instructie
Slide 9 - Quiz
Welk tekstdoel ?
A
iets nieuws vertellen
B
vermaken/amuseren
C
mening geven/ overhalen
D
hoe je iets moet doen
Slide 10 - Quiz
Zijn hier nog vragen over?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Waarom lees je iets?
Slide 14 - Carte mentale
Welke leesmanieren
(strategieën) ken je ?
(strategieën) ken je ?
Slide 15 - Carte mentale
Slide 16 - Diapositive
Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1:
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is.
Situatie 2:
Voor je opleiding moet je een verslag inleveren over voeding. Je hebt op het internet een tekst gevonden over vitamines. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3:
Je hebt morgen een toets over bewegingsleer. Je leest de tekst in je boek en je aantekeningen
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de coronaregels. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen
Studerend lezen
Slide 17 - Question de remorquage
Slide 18 - Diapositive
Zijn hier vragen over?
Slide 19 - Question ouverte
Ik ben op zoek naar een antwoord
A
globaal lezen
B
kritisch lezen
C
oriënterend lezen
D
zoekend lezen
Slide 20 - Quiz
Ik wil weten of deze tekst interessant is om te lezen
A
globaal lezen
B
kritisch lezen
C
oriënterend lezen
D
zoekend lezen
Slide 21 - Quiz
Ik moet een tekst lezen en ik wil weten hoe is deze tekst opgebouwd?
A
globaal lezen
B
kritisch lezen
C
oriënterend lezen
D
zoekend lezen
Slide 22 - Quiz
Je leest een tekst om te kijken of het klopt wat de schrijver beweert.
A
globaal lezen
B
kritisch lezen
C
oriënterend lezen
D
zoekend lezen
Slide 23 - Quiz
Hebben jullie hier nog vragen over?
