H5 Sociale cognitie

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Psychologie & SociologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

H5 Sociale cognitie inleiding
  • Wat heb je gezien?
  • Wie heb je gezien? 

Slide 3 - Diapositive

H5 Sociale cognitie inleiding
Stellingenspel
  • Om beurt komt iemand een stelling voorlezen
  • Ieder neemt een positie aan (akkoord, twijfelaar, niet akkoord)
  • Bal wordt doorgegeven voor wie antwoord (waarom maak je deze keuze?)

Slide 4 - Diapositive

H5 Sociale cognitie inleiding
Oef.1 p.99  
  • Denk na over de uitspraken (sommige hebben we reeds besproken vorige week in het stellingenspel)
  • Bedenk bij elke uitspraak een voorbeeld.

Slide 5 - Diapositive

H5 Observeren en interpreteren p.99
Experiment
  • Filmpje bekijken in 2 groepen. 
  • Andere groep gaat kort buiten staan.
  • Nadien bespreken wat we gezien hebben.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

H5 Observeren en interpreteren p.99
Zijn wij als mens in staat om onze omgeving compleet te observeren?

Nog enkele filmpjes:
  • Filmpje 1 (0'00"-1'02" en 1'45"-2'35")
  • Filmpje 2 (1'21")

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

H5 Observeren en interpreteren p.99
Sociale cognitie = manier waarop we ons gedrag en dat van anderen waarnemen en interpreteren
-> observeren van het gedrag van anderen en interpreteren wat het betekent, zodat we eigen gedrag kunnen aanpassen

Slide 11 - Diapositive

H5 Observeren en interpreteren p.99-100
Waarnemingsproces (observeren -> interpreteren)
  • Stimulus wordt opgevangen door zintuigen
  • Zintuigen sturen info naar hersenen (zintuigen - zenuwbanen - thalamus; uitzondering: geur)
  • Informatie gaat naar verschillende delen van de cortex om te verwerken

Oef.2 p.100

Slide 12 - Diapositive

H5 Observeren en interpreteren p.100
Oef.2 p.100





Wat is volgens jullie observeren en wat interpreteren?
  • Stap 1&2 observeren; stap 3-4-5 interpreteren - gedachten en gevoelens

Slide 13 - Diapositive

H5 Observeren en interpreteren p.100
Een bepaalde stimulus (bv. filmpje van begin van de les) kan dus verschillend geïnterpreteerd worden!

Hebben jullie hier eigen voorbeelden van?
bv. snel rijden - reden
bv. iemand begint te wenen - met reden of aandacht zoeken

Slide 14 - Diapositive

H5 Observeren en interpreteren p.100
Waarnemingsproces 
  • mechanismen voor snelle interpretatie
  • observatie ~ interpretatie (eigen interpretatie wordt aanschouwd als feit)
  • nuttig / verkeerde inschatting

Observeren/interpreteren in elke context! (werk, onderzoek...)

Slide 15 - Diapositive

H5 Observeren en interpreteren p.100-101
Oef.3 p.100-101
  • Observatie?
  • Interpretatie?
  • Vul de tabel in.

Slide 16 - Diapositive

H5 Observeren en interpreteren p.100-101





                                                                                                           Extra oef. interactief
                                                                                                           (volgende slide)
Observatie
Interpretatie
- tienerjongen zit
op een stoel; koptelefoon om zijn
nek; kijkt in de richting van een vrouw; zit
aan bureau;  computer en chips.
- volwassen vrouw kijkt in de richting van de
jongen; leunt met haar handen op de hoek
van de tafel 
- de jongen zat al uren
te gamen toen zijn ouders binnenkwamen
- moeder geeft hem nu een berisping 
- vader zegt weinig, maar is ook boos en bezorgd

Slide 17 - Diapositive

Stel: je bent verpleegkundige en je bent bij een patiënt, wat valt onder...
Observeren 
Interpreteren
Hartslag is 115
Misschien kan ik best de dokter bellen
Temperatuur is 39.5, vermoeden op infectie
Bloeddruk is 143/96, deze patiënt is hypertens
De patiënt van kamer 102 is er niet
Patiënt ziet bleek

Slide 18 - Question de remorquage

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.101-102
Eerste indruk
- reeds gevormd na fractie van een seconde
- helpt inschatten hoe iemand is (gevaarlijk, behulpzaam...)

Oef.4 p.101-102: Beantwoord voor elke foto deze vragen:
  • Welke eerste indruk maakt deze persoon op jou?
  • Welke emoties ervaart hij/zij?
  • Welke persoonlijkheidstrekken zou hij/zij hebben?

Slide 19 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.101-102
Oef.4 p.101-102: 
  • Op welke kenmerken heb je je gebaseerd?
  • Bespreek met je buur. Grote verschillen?

Slide 20 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.102
Eerste indruk - vooral gebaseerd op uiterlijke kenmerken:
  • Fysieke kenmerken
  • Verbale, non-verbale en subverbale taal
  • Gedrag


Slide 21 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.102
Impliciete persoonlijkheidstheorie:
-> kenmerken worden automatisch gekoppeld (cognitieve schema's)

Verschillend per persoon (referentiekader)
Elk persoon heeft een verzameling van deze schema's

= geheel van gelegde verbanden tussen uiterlijke en innerlijke eigenschappen van mensen

Slide 22 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.102-103
Oef.5 p.102-103
  • Zwaarlijvigheid
  • Tattoos
  • Bril

Oef.6 p.103
Beeldfragment Volt 10'50"

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.103
Oef.6 p.103
Concertzaal vs. metrogang; zelfde muzikant!
Cognitieve schema's...

Slide 25 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.103
  • Soms zitten we goed met het inschatten van anderen...
      Experiment

  • Soms toch ook vergissen...
      Oef.7 p.103 (beeldfragment Iedereen Beroemd 2'46")

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.103
Oef.7 p.103 
Inschatting?
Gebaseerd op?



Slide 28 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.103
Eens testen... Neem jullie gsm voor het volgende...



Slide 29 - Diapositive

Welk van de twee is volgens jullie verpleegkundige?
1
2
Persoon 1
Persoon 2

Slide 30 - Sondage

Sleep de juiste functie naar de juiste foto volgens jullie...
Algemeen directeur ziekenhuis
CEO bouwbedrijf

Slide 31 - Question de remorquage

H5 Eerste indruk:
Impliciete persoonlijkheidstheorie p.103-104
Impliciete persoonlijkheidstheorie:
  • 'Babyface' -> eerder inschatting van lief, zacht karakter en job in de 'zachte' sector
    Volwassen gezicht -> eerder inschatting van dominant, competent en meer kans op leidinggevende functie
  • Voorspellen winnaar verkiezingen (kinderen en volwassenen zitten juist!) -> stemmen op competentste uiterlijk
GEEN VERBAND tussen uiterlijk en persoonlijkheid (wel uiterlijk en oordeel!)

Slide 32 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Primacy effect p.104
Weer even een experiment...
1. Vul briefje in
2. Geheugentest:
  • je krijgt een lijst woorden te horen 
  • schrijf op welke je nog weet

Slide 33 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Primacy effect p.104
Oké, even kijken...
Wie helpt mij? 
- Iemand die op bord schrijft
- Iemand die telt

1. Geheugentest: welke woorden had je onthouden? Wees eerlijk!
2. Briefje: tel de scores op; opgelet, in 2 groepen noteren!

Slide 34 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Primacy effect p.104
Briefje = experiment van Asch
-> informatie die je het eerst krijgt heeft de grootste invloed op het totaalbeeld dat je van iemand vormt
-> eerste kenmerken die worden opgemerkt hebben grotere invloed op algemene beeld
= primacy effect

Slide 35 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Primacy effect p.104
Verklaringen primacy effect:
  • Eerste beeld gevormd; aandacht verminderd
  • Nieuwe info wordt gezien vanuit reeds gevormde beeld
     (bv. competitief - gedreven, doorbijter vs. vals, dikke nek, betweter...)

Slide 36 - Diapositive

H5 Eerste indruk:
Centrale kenmerken p.104-105

Slide 37 - Diapositive

H5 Causale attributies:
Attributiefouten p.107

Slide 38 - Diapositive

H5 Causale attributies:
Attributiefouten: fundamentele attributiefout p.109

Slide 39 - Diapositive

H5 Causale attributies:
Attributiefouten: self-serving bias p.111

Slide 40 - Diapositive

H5 Causale attributies:
Attributiefouten: actor-observator effect p.111

Slide 41 - Diapositive

H5 Sociale categorisering
Ingroup en outgroup p.112

Slide 42 - Diapositive

H5 Sociale categorisering
Stereotypen p.113

Slide 43 - Diapositive

H5 Sociale categorisering
Vooroordelen p.115

Slide 44 - Diapositive

H5 Hardnekkige meningen
Subcategorisering p.118

Slide 45 - Diapositive

H5 Hardnekkige meningen
Confirmation bias p.118

Slide 46 - Diapositive

H5 Hardnekkige meningen
Self-fulfilling prophecy p.120

Slide 47 - Diapositive