Zoom les overhoring grammatica Chapitre 4

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Tijdens deze les test je hoe je kennis over de grammatica van Chapitre 4 is

In dit hoofdstuk komen de volgende grammatica onderdelen voor:

1) lidwoord bij woorden in het meervoud (les , des)

2) Bijvoeglijk naamwoord ( de vorm)

m ev :

m mv : s

v ev: e

v mv : es

3) Bezittelijk voornaamwoord mijn en jouw

Mijn > mon, ma, mes

Jouw > ton, ta , tes

In 10 vragen wordt je kennis getest. 

Klik steeds het juiste antwoord aan.

Welk lidwoorden heb je voor een woord in het meervoud?

1. le, la
2. la, des
3. le, les
4. les, des

Welk lidwoord gebruik je hier?
........filles = meisjes

1. des
2. les
3. l'
4. la

Vul in:
een blauw jack
Un pull .............

1. bleue
2. bleu
3. bleus
4. bleues

Vertaal:
een kleine trui
un........pull

1. petite
2. petits
3. petit
4. petites

Maak vrouwelijk meervoud:
grand

1. grande
2. grandes
3. grands
4. grandse

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor mijn:

1. ton, ta ,tes
2. mon, ma, mes
3. ton, mon, tes
4. mon, ton, mes

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor jouw:

1. ton, ta,mes
2. mon, ma, mes
3. ton, ta, tes
4. ton, mon, tes

Vertaal:
jouw zus

1. ton soeur
2. ma soeur
3. mes soeur
4. ta soeur

Vertaal:
mijn grootouders

1. ma grands-parents
2. mes grands-parents
3. tes grands-parents
4. ton grands-parents

Vertaal:
mijn huis

1. mon maison
2. ma maison
3. tes maisons
4. ta maison

C'est la fin

Dit was de test. Als je meer foutjes hebt gemaakt dan je hoopte dan raad ik je aan de grammatica nog eens goed door te nemen. 

Als je nog vragen hebt..mail mij gerust!