Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom !
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
Lezen
Filmpje kijken
Mening geven
Bespreken
Stukje theorie
Oefening
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Welk gevoel kreeg je van het filmpje?
Slide 4 - Carte mentale
Wat vond je van het gedrag van het personage?
Slide 5 - Carte mentale
Vond je het een realistisch verhaal? Waarom wel/niet?
Slide 6 - Carte mentale
Wat is volgens jou de boodschap van het filmpje?
Slide 7 - Carte mentale
Wat vond je van de manier waarop het verhaal verteld werd in het filmpje?
Slide 8 - Carte mentale
Wat hebben jullie zojuist gedaan?
Slide 9 - Diapositive
Onderdelen van een recensie
Zakelijke gegevens van het boek/de schrijver
Korte samenvatting van het verhaal
Jouw mening
Onderbouwing met argumenten/voorbeelden
Slide 10 - Diapositive
Literaire waardeoordelen
Emotivistische argumenten
Morele argumenten
Realistische argumenten
Structurele argumenten
Stilistische argumenten
Slide 11 - Diapositive
Emotivistische argumenten
Gevoel dat het boek op de lezer heeft. Wat ‘doet’ het boek met jou?
Bijvoorbeeld: ‘Dit boek is aangrijpend.’ of: ‘Ik vergat alles om me heen.’
Vul aan met voorbeelden
Slide 12 - Diapositive
Morele argumenten
Komt het gedrag van personages/visie van de auteur overeen met jouw opvatting over goed of fout?
Bijvoorbeeld: ‘Grunberg is een sadist met zijn verhaal over dat gekke Kroatische meisje.’ of: ‘Multatuli had gelijk, Nederland was een roofstaat, we hadden de Indonesiërs veel beter moeten behandelen.’
Slide 13 - Diapositive
Realistische argumenten
Literaire werk wordt vergeleken met de werkelijkheid
Bijvoorbeeld: ‘Dit boek geeft de werkelijkheid wel of niet goed weer’; ‘zulke mensen bestaan niet’; of: ‘de roman geeft een indringend beeld van Amsterdam in de bezettingsstrijd’.
Let hier op met oudere boeken, in het verleden was de wereld en waren de mensen nu eenmaal anders!
Slide 14 - Diapositive
Structurele argumenten
Dit zijn argumenten die te maken hebben met de elementen uit de verhaalanalyse: tijd en ruimte, personages en perspectief, spanning en betekenis.
Bijvoorbeeld: ‘De schrijver heeft door een spel tussen perspectief en tijd op knappe wijze een spannende roman neergezet.’
Slide 15 - Diapositive
Stilistische argumenten
Deze argumenten slaan op woordkeus, zinsbouw en beeldspraak. Je kunt bijvoorbeeld vinden dat iemand te lange of juist alleen maar van die korte zinnen schrijft.
Let dan ook weer op de tijd waarin een boek is geschreven. In het verleden had men gewoon meer tijd om te lezen dus ook meer tijd voor lange zinnen!
Slide 16 - Diapositive
Literaire waardeoordelen
Een goede recensie bevat verschillende soorten argumenten.
Onderbouw je argumenten met concrete voorbeelden uit jouw boek.
Let erop dat een recensie heel subjectief is: wat jij vindt, kan je klasgenoot misschien heel anders zien!
Slide 17 - Diapositive
Brouwers doet alsof in zijn boek een objectieve werkelijkheid wordt beschreven, maar het is de waarheid niet. Zoveel details in zijn boek over het kampleven kloppen niet, het kan niet anders dan dat Brouwers niets heeft nageslagen, niets heeft gecontroleerd, geen boek heeft ingekeken, geen foto heeft bestudeerd. Zoiets vind ik onbegrijpelijk.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Moreel
D
Structureel
Slide 18 - Quiz
Het blijft moeilijk voor zo iemand (de hoofdfiguur) sympathie op te brengen.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 19 - Quiz
Het verhaal dat verteld wordt in De Val is buitengewoon gevarieerd. Het vertelperspectief van de objectieve waarnemer die probeert na te gaan hoe het precies tot het dodelijke ongeval kon komen, is een van de vele. Doorgaans lezen we vanuit het perspectief van de oude mevrouw Borgstein. De verteller zit haar zo dicht op de huid dat de hier-en-nu-ervaring van de hoofdpersoon ongemerkt overgaat in haar herinneringen aan de catastrofe veertig jaar geleden.
A
Emotivistisch
B
Moreel
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 20 - Quiz
Hoewel dit boek als een jeugdboek gepresenteerd wordt, kan men zich afvragen of het terecht is om jonge kinderen bloot te stellen aan dergelijk dubieus taalgebruik en hen bekend te maken met situaties die zelfs volwassenen nog voor moeilijke dilemma’s plaatsen.
A
Emotivistisch
B
Moreel
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 21 - Quiz
Huiswerk
Lees je boek uit en beschrijf voor alle verschillende waardeoordelen een oordeel op jouw boek van toepassing is.