Instructeur gevorderd

• Lesgeven
• MBO
• Studiejaar 1

Instructeur gevorderd

Waarmee begin je in de praktijk?

1. Instructie
2. Lesintroductie
3. Warming-up
4. Specifieke warming-up

Welke 3 soorten plannen heb je?
(zet deze van klein naar groot neer)

Meerdere, afzonderlijke kernen zijn:

1. Kernen die met elkaar te maken hebben
2. Kernen die in elkaar overlopen
3. Kernen, die niet perse iets met elkaar te maken hebben
4. Kernen, die niet overlopen in elkaar

Wat zijn gekoppelde kernen?

Wat is een kijkwijzer?

1. Geeft instructie over het aanleren, uitvoeren of toepassen
2. Het zijn afbeeldingen hoe de beweging verloopt
3. Kijkwijzer is een middel voor in je sportles
4. Het geeft de verschillende fasen van een beweging aan

Welke hoort niet bij de 5 eisen aan de bewegingsvorm?

1. Betekenisvol
2. Doelmatig
3. Belevingswaarde
4. Methodisch goed opgebouwd

Als lesgever is differenteren niet van belangrijke waarde

1. Waar
2. Niet Waar

Op welke 2 manieren kan je differentiëren?

Waar staat het BHU model voor?

Wat is waar over de totaalmethode

1. Het einddoel is gelijk zichtbaar
2. Je oefent in kleine stapjes
3. Je kunt veel correcties geven
4. Eerder kans op succes

Wat is waar over de deelmethode?

1. Soms lastig aan te leren
2. Je hebt inzicht over de gehele beweging
3. Eerdere kans op slagen
4. Je kunt veel correcties geven

Wat zijn de 3 eisen aan het didactisch model?

1. Beginsituatie, les/training, evaluatie
2. Organisatie, bewegingsvorm, didactische werkvormen
3. Bewegingsvorm, doelstelling, evaluatie
4. Beginsituatie, doelstelling, evaluatie

Welke voordelen haal je uit een open planning?