NaSk1 H4

NaSk1 Hoofdstuk 4
Stoffen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

NaSk1 Hoofdstuk 4
Stoffen

Slide 1 - Diapositive

Introductie

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt de drie fasen benoemen waarin stoffen kunnen voorkomen.
  2. Je kunt de zes faseovergangen van stoffen benoemen en beschrijven.
  3. Je kunt uitleggen welke drie eigenschappen moleculen hebben in het deeltjesmodel.
  4. Je kunt beschrijven hoe de moleculen bewegen in een vaste stof, een vloeistof en een gas.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Vloeibaar
Vast
Gas

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

b: Rijpen
c: Sublimeren / Vervluchtigen
f: Condenseren
g: Verdampen
e: Smelten
d: Stollen

Slide 7 - Diapositive

Deeltjesmodel
  • De moleculen van een stof veranderen niet.
  • De moleculen van een stof zijn voortdurend in beweging.*
  • De moleculen van een stof trekken elkaar aan.




*In elke fase op een andere manier.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Paragraaf 4.1
Stofeigenschappen

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
1.  Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.
2. Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.
3.  Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
4.  Je kunt vijf stofeigenschappen noemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.
5. Je kunt uitleggen waarom aan keukenzout soms jodium wordt toegevoegd.

Slide 11 - Diapositive

Stoffen
  • Overal zijn stoffen te vinden.
  • Zoals in de natuur of thuis.
  • De meeste stoffen hiernaast komen uit een chemische fabriek.
  • Wij gebruiken bijna nooit zuiveren stoffen maar vooral mengsels!

Slide 12 - Diapositive

Zuivere stoffen en mengsels
Zuivere stof:                                                                         Mengsel:
Er zit maar één soort stof in.                                         Meerdere stoffen door elkaar.
Bijvoorbeeld: Zout                                                             Bijvoorbeeld: Cola              



Slide 13 - Diapositive

Natrium en chloor
Natrium (Na)       +       Cloor (Cl) ---->            Natriumchloride (NaCl)
Natrium reageert      Chloor is een gas        Keukenzout gebruik 
heftig met water                                                     je in eten.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Zuiveren
Stoffen bij elkaar gooien is erg makkelijk maar een mengsel scheiden is wat lastiger.

Dit kunnen we doen door bijvoorbeeld een stof in te dampen of te filtreren.

Slide 16 - Diapositive

Filtreren
scheiden door verschil in deeltjesgrootte 

Slide 17 - Diapositive

Filtreren
Als je naar de moleculen kijkt wanneer je aan het filtreren bent ->

Slide 18 - Diapositive

Filtreren
Filtreren: 
Scheidingsmethode om een vaste stof te scheiden van een vloeistof.


Slide 19 - Diapositive

Indampen

Slide 20 - Diapositive

Indampen
Bij indampen kook je de oplossing waarbij de vloeistof verdampt. De vaste stof die achterblijft op het indampschaaltje is het residu. 

Zo kun je bijvoorbeeld zout uit zeewater halen. 

Slide 21 - Diapositive

Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak 
  • Brandbaarheid

Slide 22 - Diapositive

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Hardheid 
  • Kookpunt
  • Smeltpunt

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 23 - Diapositive

Keukenzout
  • In keukenzout zit jodium.
  • In keukenzout zit 70 tot 85 mg jodium per kg zout toegevoegd.
  • Voorkomen dat Nederlanders te weinig jodium binnen krijgen.
  • Te weinig jodium zorgt voor afwijkingen aan de schildklier.

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk:
Maak de introductie en paragraaf 4.1

Slide 25 - Diapositive