Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom HV2A!
Fabian
Milan
Floris
Saar
Merlijn
Joep
Tijn
Thorsten
Siem
Kuzey
Gregory
Collin
Fleur
Maryan
Isabelle
Melat
Eleonoor
Bente
Thomas
Jurrijn
Sebastian
om HV2A
Ga alvast zitten volgens de plattegrond.
Leg je spullen alvast klaar op tafel.
Tassen voor op het rek.
Fabian
Milan
Floris
Saar
Merlijn
Joep
Tijn
Thorsten
Siem
Kuzey
Gregory
Collin
Fleur
Maryan
Isabelle
Melat
Eleonoor
Bente
Thomas
Jurrijn
Sebastian
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Leerdoelen paragraaf 1
Je weet hoe de Alpen zijn gevormd.
Je weet wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan.
Je weet wat het verschil is tussen verwering en erosie.
Slide 5 - Diapositive
Zo begon het 100 miljoen jaar gelden:
Een tropische zee vol met dieren
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Het ontstaan van de Alpen
De Alpen zijn het hoogste gebergte van Europa. Vroeger: tropische zee -> daarom: dikke lagen sedimentgesteenten(zand, planten- en dierenresten, stenen)
Door endogene krachtenzijn breuken in de aardkorstontstaan
Slide 8 - Diapositive
B97 Endogene en exogene krachten
De aardkorst verandert van twee kanten:
Van binnenuit door endogene krachten: Aarde bestaat uit: aardkern, aardmantel en aardkorst. Hoe dieper, hoe warmer -> door hitte ontstaanconvectiestromen die breuken veroorzaken in de aardkorst
Van buitenaf doorexogene krachten: verwering en erosie (temperatuur, wind, water, etc.)
Slide 9 - Diapositive
Het ontstaan van de Alpen
Deaardkorst bestaat uit bewegende schollen / platen.
3 soorten bewegingen: 1. uit elkaar 2. naar elkaar 3. langs elkaar
-> naar elkaar: er ontstaan gebergten
Slide 10 - Diapositive
Het ontstaan van de Alpen
80 miljoen jaar geleden: de plaat waarop Afrika ligt beweegt naar het noorden.
De zeebodem tussen Europa en Afrika boog, plooide en brak.
30 miljoen jaar geleden: de Alpen worden tegen Europa aan geduwd.
Deel Europa gerimpeld als een tafellaken: opheffing. Ontstaan plooiingsgebergte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Het ontstaan van de Alpen
Kalksteen (dode diertjes) -> hoge druk en temperatuur -> miljoenen jaren -> marmer
Voorbeeld van een metamorf gesteente: gesteente dat een gedaanteverwisseling ondergaat.
Slide 13 - Diapositive
B110 Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap = reliëf
Er zijn vier verschillende reliëfvormen:
Hooggebergte: de meeste toppen zijn hoger dan 1.500 m.
Middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen de 500 en 1.500 m hoog.
Heuvelland: de meeste toppen zijn tussen de 200 en 500 m.
Laagland: het is vrijwel overal lager dan 200 meter.
Slide 14 - Diapositive
Aan de slag:
Wat?
§2.1 Opdrachten: 1 /m 4
Hoe?
Eerste 10 minuten zelfstandig en in stilte.
Hierna mag je samenwerken en overleggen
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Herhaling
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
timer
10:00
Slide 15 - Diapositive
Welkom HV2A!
Fabian
Milan
Floris
Saar
Merlijn
Joep
Tijn
Thorsten
Siem
Kuzey
Gregory
Collin
Fleur
Maryan
Isabelle
Melat
Eleonoor
Bente
Thomas
Jurrijn
Sebastian
om HV2A
Ga alvast zitten volgens de plattegrond.
Leg je spullen alvast klaar op tafel.
Tassen voor op het rek.
Fabian
Milan
Floris
Saar
Merlijn
Joep
Tijn
Thorsten
Siem
Kuzey
Gregory
Collin
Fleur
Maryan
Isabelle
Melat
Eleonoor
Bente
Thomas
Jurrijn
Sebastian
Slide 16 - Diapositive
Wat is een endogene kracht?
A
Kracht die van binnenuit de aardkorst verandert
B
Kracht die van buitenaf de aardkorst verandert
Slide 17 - Quiz
Drie plaatbewegingen
Convergent
Transform
Divergent
Naar elkaar toe
Langs elkaar
Uit elkaar
Slide 18 - Question de remorquage
De Alpen zijn ontstaan door
A
Exogene krachten
B
Endogene krachten
Slide 19 - Quiz
Leerdoelen paragraaf 1
Je weet hoe de Alpen zijn gevormd.
Je weet wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan.
Je weet wat het verschil is tussen verwering en erosie.
Slide 20 - Diapositive
Soorten gebergten
De Alpen zijn een jong gebergte.
Jonge gebergten
Oude gebergten
Hoog
Lager
Steile hellingen
Flauwe hellingen
Spitse bergtoppen
Afgeronde toppen
Diepe dalen
Minder diepe / bredere dalen
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Verwering
Verschillen in jong en oude gebergten door: exogene krachten. Verwering= uiteenvallen van gesteente onder invloed van
weer en plantengroei.
2 soorten:
1. Mechanische verwering 2. Chemische verwering
Slide 23 - Diapositive
Mechanische verwering
Mechanische verwering (fysische verwering) = het gesteente valt uiteen zonder van samenstelling te veranderen.
Vorstverwering/ vorstwerking:
1 water dat in spleten van gesteente is gezakt, bevriest. 2 door de bevriezing zet het water een beetje uit. 3 de spleten worden steeds breder. 4 er brokkelen stukjes steen af (= verwering)
Verwering door grote verschillen in dag- en nachttemperaturen -> in woestijnen en hooggebergten.
Verwering door uiteendrukken van gesteenten door plantenwortels
Slide 24 - Diapositive
Chemische verwering
Chemische verwering = als de chemische samenstelling wél verandert. De mineralen reageren met zuurstof of water.
VB: kalkgesteente lost op in zuur grond- of regenwater -> Karst = landschapsvormen die hierdoor ontstaan.
VB: Een mineraal (ijzer) gaat roesten. Het gesteente wordt minder hard wordt en kan verkruimelen.
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Verwering
Verweringsmateriaal= het ontstane puin na verwering. Het verweringsmateriaal blijkt ter plekke liggen bij verwering.
Onder invloed van de zwaartekracht kan dit verweringsmateriaal naar beneden rollen of schuiven = massabeweging
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Erosie
Verweringsmateriaalkan zich later verplaatsen door:
eerst de zwaartekracht
daarna water, wind en ijs (gletsjers, landijs, sneeuw)
Tijdens dit transport vindterosie plaats. Erosie = afschuren en uitschuren van gesteente door met verweringsmateriaal beladen water, ijs of wind. Hoe ouder een gebergte, hoe meer verwering en erosie. -> gevolgen: vlakker, lager, minder steil, bredere dalen.
Tot slot: sedimentatie: het meegevoerde materiaal wordt ergens neergelegd. Het landschap wordt weer opgebouwd.