Aanvullende informatie:
Fukkink, R. & Oostdam, R. (red)(2016). Onderwijs en opvoeding in een stedelijke context. Van startbekwaam naar stadsbekwaam. Bussum: Coutinho.
Differentiëren in de superdiverse klas (blz. 170-173)
Als docenten willen differentiëren dan gebeurt dat meestal op het proces. Er wordt meer of minder instructie en/of begeleiding gegeven en meer of minder tijd aan bepaalde concepten besteed. Bij variatie op inhoud gaat het bijvoorbeeld om het aanbieden van verrijkingsstof en bij variatie op product om het variëren in type toetsen. Deze manier van differentiëren is meestal gericht op cognitieve vaardigheden en het wegwerken van achterstanden. Het wegwerken van achterstanden wordt ook wel convergent differentiëren. Convergente differentiatie is erop gericht alle lln op het gewenste niveau te krijgen en dus de verschillen tussen lln te reduceren.
Voor de ontwikkeling van leerlingen is naast het afstemmen van het onderwijs om de leerlingen de relatie met de groep ook belangrijk. Individuele activiteiten moeten daarom afgewisseld met groepsactiviteiten. Verschillen zijn een natuurlijk gegeven en de taak van het onderwijs is iedere leerling de beste ontwikkelingskansen te geven, met als gevolg dat de uitkomst van het onderwijs ook verschilt per leerling. Dit wordt divergent differentiëren genoemd.
In een superdiverse klas zouden beide vormen van differentiatie toegepast moeten worden. Aan de ene kant is convergente differentiatie nodig vanwege de wettelijke kaders en aan de andere kant is divergente differentiatie nodig vanwege individuele verschillen in voorkennis, interesse en leerprofielen.
3 voorbeelden van gedifferentieerd lesgeven waarbij rekening wordt gehouden met zowel de individuele kenmerken als de groepsdynamiek:
Het leerarrangement: is een afspraak tussen docent en leerling die ruimte laat voor enige zelfstandigheid van de leerling en beperkte omvang heeft. De docent maakt een lijst met taken voor individuele lln en lln kiezen zelf hoe ze door deze lijst heen werken. De docent loopt gedurende het leerarrangement rond en biedt individuele hulp. De docent bewaakt of de leerdoelen behaald worden, bepaalt de toetsvorm en beoordeelt het eindresultaat.
De klas als werkplaats: bij deze werkvorm maken lln zelf keuzes m.b.t. de volgorde van de activiteiten en de tijd die zij aan de onderdelen besteden. De taak wordt in kleinere onderdelen opgesplitst. Het lokaal wordt ingedeeld in hoeken, waarbij in iedere hoek een andere activiteit plaatsvindt waar kleine groepen lln met elkaar werken. De leerkracht heeft bij het thema diverse verwerkingsactivteiten bedacht. Leerlingen rouleren langs de verschillende hoeken en werken telkens aan een activiteit.
Projectonderwijs: de projecten richten zich op een specifiek onderdeel van het curriculum. Leerlingen selecteren hun eigen onderwerp en werken hieraan onder supervisie van de leerkracht. De onderwerpen worden gekozen door leerlingen te vragen naar hun interesses. Docenten werken in teams en ondersteunen het proces en fungeren als consultant als het een onderwerp betreft waarover ze zelf expertise hebben. Deze werkvorm met uitdagende opdrachten en veel keuzes voor leerlingen doet een beroep op meerdere vormen van intelligentie en geeft ruimte voor veel verschillende leerlingkenmerken
Convergente differentiatie
Leraren die willen differentiëren kunnen daarmee twee verschillende doelen nastreven. De leraar die probeert alle leerlingen in de klas de gestelde minimumdoelen te laten behalen, doet aan Convergente differentiatie. De nadruk ligt dan op het verbeteren van de prestaties van zwakkere leerlingen, zodat ook deze leerlingen de minimumdoelen kunnen behalen.
Divergente differentiatie
De tegenhanger van convergente differentiatie is divergente differentiatie. Bij divergente differentiatie bieden
leraren de leerlingen bijvoorbeeld verschillende leerinhoud aan of werken leerlingen toe naar verschillende
eindproducten. Kortom: de leerdoelen zijn dan niet voor alle leerlingen dezelfde.
Aanvullende bronnen:
https://www.nro.nl/wp-content/uploads/2019/09/Kennisrotonde-publicatie-Differentiatie.pdf
https://www.nro.nl/kennisrotondevragenopeenrij/beter-leren-volgens-convergente-of-divergente-differentiatie/