Leerdoelen 1.5

Leerdoelen 1.5 Voedselkringloop
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen 1.5 Voedselkringloop
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe planten, dieren, schimmels en bacteriën van elkaar afhankelijk zijn. 
  • Je kunt uitleggen wat fotosynthese is.
  • Je kunt uitleggen wat de voedselkringloop is.
  • Je kunt de functie van producenten, consumenten en reducenten in de voedselkringloop uitleggen. 

Slide 2 - Diapositive

Wat heb je nodig voor het proces fotosynthese?

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf de fotosynthese schematisch op. (in woorden, gebruik ook + en =>)

Slide 4 - Question ouverte

Waarom kan er alleen in een plant fotosynthese plaatsvinden

Slide 5 - Question ouverte

Bij de fotosynthese ontstaat er glucose, wat is glucose?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe komen dieren aan glucose?
A
Door te ademen
B
Door fotosynthese
C
Door planten te eten
D
Door verbranding

Slide 7 - Quiz

Wat is een voedselketen?
A
Een groep dieren die samenleven in een gebied.
B
Een reeks organismen die elkaar beconcurreren.
C
Een reeks organismen die elkaar opvolgen als voedsel.
D
De verschillende planten die in een gebied groeien.

Slide 8 - Quiz

Je ziet hier meerdere voedselketens. In de voedselketen is aangegeven wie door wie opgegeten wordt.
Wie staat er aan het begin van deze voedselketen?
A
Algen
B
Kikker
C
Vis
D
Reiger

Slide 9 - Quiz

Je ziet hier meerdere voedselketens. In de voedselketen is aangegeven wie door wie opgegeten wordt.
Wie staat er aan het eind van deze voedselketen?
A
algen
B
kikker
C
vis
D
reiger

Slide 10 - Quiz

Welke groep organismen staan altijd aan het begin van een voedselketen? Waarom is dat?

Slide 11 - Question ouverte

Je ziet een voedselketen uit de Noordzee.
In zee begint de voedselketen met plantaardig plankton.
Noem alle consumenten uit de voedselketen.

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent de pijl in de voedselketen?
A
Verandert in
B
Wordt gegeten door
C
Ik eet jou op
D
Wordt niet gegeten door

Slide 13 - Quiz

Wat is fout aan de voedselketen?
gras <-- konijn <-- vos

Slide 14 - Question ouverte

Wat is er fout aan deze
voedselketen?

Slide 15 - Question ouverte

Wat zijn consumenten?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Dieren
D
Planten

Slide 16 - Quiz

wat is een consument?
A
een organisme dat voedsel maakt
B
een organisme dat voedsel eet

Slide 17 - Quiz

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 18 - Quiz

Een voedselketen eindigt altijd met een consument
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wie is een consument van de 1e orde?
A
Een plant
B
Een planteneter
C
Een vleeseter
D
Een schimmel

Slide 20 - Quiz

wie is hier de
consument
van de
3e orde?

A
sla
B
slak
C
merel
D
poes

Slide 21 - Quiz

Hieronder zie je een voedselketen. Welk organisme is hier de consument van de eerste orde? Welk soort voedsel eet een consument van de eerste orde altijd?

Slide 22 - Question ouverte

Een vos eet een mus en de mus eet de vlierbes. Maak een voedselketen

Slide 23 - Question ouverte

Plantaardige algen worden gegeten door zeebaars. Deze wordt gegeten door een zeehond die wordt opgegeten door een haai. Maak een voedselketen

Slide 24 - Question ouverte

Hiernaast zie je een voedselweb. Een voedselweb bestaat uit meerdere voedselketens. Geef een voedselketen van vijf schakels.

Slide 25 - Question ouverte

Noteer een voedselketen bestaande uit vier schakels uit de informatie.


Slide 26 - Question ouverte

Op welk plaatje zie je een voedselkringloop?
A
B
C

Slide 27 - Quiz

Wie zijn de producenten van deze voedselkringloop?
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 28 - Quiz

Welke rol hebben schimmels en bacterien in een voedselkringloop?
A
Producent
B
Consument
C
Afvaleter
D
Reducent

Slide 29 - Quiz

Welke rol heeft een aardappelplant in een voedselkringloop?
A
Producent
B
Consument
C
Afvaleter
D
Reducent

Slide 30 - Quiz

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 31 - Quiz

Schimmels en bacteriën zijn reducenten. Wat is een reducent?

Slide 32 - Question ouverte


Hiernaast is een voedselkringloop schematisch weergegeven. De letters P, Q, R en S geven verschillende groepen organismen aan. 
Noteer de letter van de groep waarbij een paddenstoel hoort. 
Hoe heet die groep?

Slide 33 - Question ouverte


Bekijk het schema van de voedselkringloop in de afbeelding. 
Is de volgende uitspraak juist of onjuist? Leg je antwoord uit. 

Energie van de zon gaat de kringloop rond. 


Slide 34 - Question ouverte

Welke rol spelen bacteriën in de voedselkringloop?
A
Bacteriën zijn voedselbronnen voor planten en dieren.
B
Bacteriën breken organisch materiaal af en recyclen voedingsstoffen.
C
Bacteriën hebben geen rol hierin.
D
Bacteriën zorgen voor bestuiving van bloemen.

Slide 35 - Quiz

Heb je de leerdoelen behaald?
Heb je veel vragen fout? Dan maak je de opdrachten die bij de leerdoelenkaart zit. 

Slide 36 - Diapositive