Grammatica woordsoorten 2 vwo NN H1-H6

Grammatica Woordsoorten H1-H6

De lastige gevallen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica Woordsoorten H1-H6

De lastige gevallen

Slide 1 - Diapositive

Welke woordsoorten vind je moeilijk?

Slide 2 - Carte mentale

Waarom ben jij liever moe dan lui?
Waarom = ?
A
vr.vnw
B
bw

Slide 3 - Quiz

Vragend voornaamwoorden
Wie, wat, welke, wat voor (een)

Alle overige VRAAGwoorden (hoe, waarom, waar etc. zijn BIJWOORD)

Slide 4 - Diapositive

Douwe zegt niet wie hier de mol is.
Wie = ?
A
vr.vnw
B
betr.vnw

Slide 5 - Quiz

Dat is iets wat ik nooit zal begrijpen.
wat = ?
A
betr.vnw
B
vr.vnw

Slide 6 - Quiz

Wat je zegt, ben jezelf.
Wat = ?
A
betr.vnw
B
betr.vnw m.i.a.

Slide 7 - Quiz

hww of zww/kww?
Stel de volgende vragen:
- Wat is de zin? (bijv in samengestelde zin zitten meer zinnen)
- Welke werkwoorden horen daarbij: welke werkwoorden vormen het gezegde?
- Wat is het belangrijkste werkwoord binnen dat gezegde?

Slide 8 - Diapositive

Tess heeft altijd al willen leren schrijven.
zww = ?
A
heeft
B
willen
C
leren
D
schrijven

Slide 9 - Quiz

Hayden wordt gevraagd of hij later piloot wil worden.
kww = ?
A
wordt
B
worden

Slide 10 - Quiz

hww of zww/kww
Hayden wordt gevraagd of hij later piloot wil worden.
= Samengestelde zin
Hoofdzin, ww gezegde: wordt gevraagd --> wordt = hww, gevraagd=zww
Bijzin. nw gezegde: piloot = nw deel vh gez, wil = hww, worden = kww

Slide 11 - Diapositive

Het is een wonder dat deze les voorbij is.
Het = ?
A
pers.vnw
B
onbep.vnw
C
lw

Slide 12 - Quiz

Het in 'het regent' = ?
'Het wonder is geschied, het wonder is geschiedt, mijn pruim is nat en het regent niet.'

Uit: De helaasheid der dingen, Dimitri Verhulst

Slide 13 - Diapositive

Vragen?

Slide 14 - Question ouverte