oefenen

oefenen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

oefenen

Slide 1 - Diapositive

Gebruik de bron
Een bewering: ‘In de akte van bron 3 komen zowel feodaliteit als het hofstelsel tot uiting’.
Maak duidelijk in hoeverre de bewering juist is. (4p)



Slide 2 - Question ouverte

Sommige teksten zijn belangrijk als religieuze bron, terwijl ze als historische bron niet heel betrouwbaar zijn. Dat geldt ook voor de tekst van Ibn Ishaq hiernaast.
Toon dat aan door:
• duidelijk te maken waarom Life of Muhammad voor moslims een belangrijke religieuze bron kan zijn (2p);
• met twee argumenten te verduidelijken waarom Life of Muhammad als
historische bron over het leven van Mohammed weinig betrouwbaar is (2p).


Slide 3 - Question ouverte

Keizer Lodewijk de Vrome stelde in 817 de Regula Benedicti verplicht voor alle kloosters in het Frankische RIjk Hierin werden afspraken vastgelegd over het kloosterleven, o.a. over gehoorzaamheid, armoede en nederigheid van de kloosterlingen. Met de invoeriing van de Regula Benedicti:
- Hoopte de Keizer de eenheid in zijn rijk te bevorderen
- Deed de keizer iets wat pausen in de late middeleeuwen onaanvaardbaar zouden vinden

Geef voor beide uitspraken de daarvoor passende beredenering

Slide 4 - Question ouverte

Leg uit waarom:
- we voor informatie over volken uit de prehistorie meestal alleen over materiële bronnen kunnen beschikken
- maar soms wel de naam van hun aanvoerder kennen

Slide 5 - Question ouverte

Maak met behulp van bronelementen duidelijk dat het relaas van Caesar past bij twee kenmerkende aspecten
van de Tijd van Grieken en Romeinen.

Slide 6 - Question ouverte

Tijdens de late Middeleeuwen kenden koningen privileges toe aan steden.

● Leg uit hoe koningen hiermee hun eigen macht vergrootten en die van de adel verkleinden.
● Leg uit dat de vorsten het geld dat ze ontvingen in ruil voor privileges aan steden konden gebruiken om de macht van de steden te verminderen.

Slide 7 - Question ouverte

Sleep de zinnen in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later
Jezus wordt gekruisigd
Hendrik IV strijdt met de paus over het primaat
Willibrord bekeert de Friezen
Keizer Nero laat christenen in Rome kruisigen
Griekse tempel Parthenon wordt gebouwd

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de gebeurtenissen in de goede volgorde, zodat een oorzaak-gevolgketen ontstaat voor het ontstaan van steden.
Verbeteringen in de landbouw
Bevolkingsgroei en meer handel
Handelaren vestigen zich in de buurt van jaarmarkten
Steden krijgen stadsrechten

Slide 9 - Question de remorquage

Het feodale stelsel is hetzelfde als
A
Het hofstelsel
B
Horigheid
C
De kruistochten
D
Het leenstelsel

Slide 10 - Quiz

Tijdvak 3
Tijdvak 4
centralisatie 
hofstelsel
feodale stelsel
kerstening
gildes
kruistochten
eerste banken
Islam komt op
Karel de Grote
herendiensten
Investituurstrijd
stadsrechten

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is geen gevolg van de kruistochten?
A
Kruisvaarders staten bleven niet in christelijke handen
B
Een definitieve breuk tussen Westerse en Oosterse kerk
C
Een uitwisseling van kennis tussen Arabieren en Europeanen
D
Blijvend bondgenootschap tussen Franken en Byzantijnen

Slide 12 - Quiz

In de vroege middeleeuwen lagen door het hele Duitse rijk 'paltsen', die bestonden uit woonruimtes en voorraadschuren en waren omringd door landgoederen. Het was gebruikelijk voor de Duitse koning om met zijn hofhouding, die vaak bestond uit honderden personen, rond te reizen van palts naar palts.
Dit gebruik van het rondreizen door de koning was economisch en politiek noodzakelijk in de vroege middeleeuwen.
Geef voor beide een verklaring.

Slide 13 - Question ouverte

Gebruik de bron.
Tijdens de eerste kruistocht (1096-1099) veroveren kruisvaarders delen van Palestina en stichten het koninkrijk Jeruzalem. Fulcher van Chartres schrijft hierover een kroniek, die verspreid wordt in Europa.
Geef aan welke boodschap de kroniek in Europa moet overbrengen en beredeneer welk probleem in het koninkrijk Jeruzalem daarmee moet worden opgelost.

Slide 14 - Question ouverte