Les 1 Formuleren en Spelling, zinnen begrenzen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom HV1N

Lesdoel

Je leert verbindingswoorden en leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen. 

Lesprogramma

- Welkom en introductie (5 min)

- Lezen (10 min)

- Terugblik en huiswerk (10 min)

- Uitleg: toets en leestekens (15 min)

- Zelfstandig werken (20 min)

- Afsluiting (5 min)

Lezen

Terugblik

Vorige les: leesvaardigheid

Quizvraag

Bij globaal lezen

a. kijk (en lees) je vooral de zaken die opvallen: tussenkopjes, anders gedrukt woorden (vet, cursief en onderstreept) en opvallende tekens (twee vingers)

b. lees je vooral de eerste en laatse zinnen van alle alinea's (drie vingers)

Huiswerk

Opdracht 4 van hoofdstuk 2 lezen

1 Hatsune Miku, een Japanse ‘zangeres’ 

2 Eigen mening

3  deel / kopje  begint bij alinea 

deel 1 Vocaloid 2 

deel 2 Topper in Japan 3 

deel 3 Optredens in het buitenland 6 

deel 4 Verwachting / Toekomst 7 

4 a virtuele (al. 1): niet echt bestaande 

b je hand er niet voor omdraaien (al. 1): er geen moeite voor hoeven doen 

c repertoire (al. 1): alle nummers van een artiest 

d futuristische (al. 2): uit de toekomst lijkend te komen 

e hologram (al. 3): driedimensionaal beeld van lichtstralen 

f uitzinnige (al. 3): superenthousiaste 

g ovatie (al. 3): groot applaus met toejuichingen 

h iets promoten (al. 4): ergens reclame voor maken¬ 

5 Een Vocaloid is een computerprogramma waarmee je zangstemmen kunt maken. 

6 nee – toelichting: Ze is niet alleen een zangstem, maar ook een personage (een meisje met zwierige blauwgroene staarten, onschuldige paarse ogen en vaak gekleed in een futuristische outfit). 

7 D Miku is een volmaakte afbeelding van iets wat niet echt bestaat. 

8 Hatsune Miku is rechtenvrij te gebruiken; dat betekent dat mensen met haar afbeelding mogen doen wat ze willen / dat mensen haar afbeelding overal voor kunnen gebruiken. 

Dinsdag 5 nov. Hoofdstuktoets H1 en H2 

Toetsstof: 

H 1, 2 en 3 grammatica - ontleden: persoonsvorm, onderwerp, zinsdeel en werkwoordelijk gezegde 

H 1 en 2 en losse stencil grammatica - woordsoorten: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord 

H 1 en 2 lezen (onderwerp, deelonderwerp, hoe zit een tekst in elkaar en verschillende manieren om te lezen) 

H 1 en 2 Formuleren: mee bezig

H 1 en 2 Spelling: mee bezig

Vandaag 

Formuleren: verbindingswoorden en leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen

Spelling: hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens

Wat valt je op? 

waarom is vriendschap goed voor de gezondheid het antwoord op die vraag is simpel tijd doorbrengen met je vrienden heeft effect op je lichaam omdat je serotonine aanmaakt doordat je dankzij die stof depressies voorkomt zit je goed in je vel

Uitleg 

Filmpje zinnen correct begrenzen

Vragen?

Hoofdletters

1. aan het begin van een zin

2. bij namen. Toon Verbraak, Cals College, Europese Unie, Kruidvat en Noord-Holland. 

Let op: als de voornaam of voorletter ontbreekt, krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter.

3. Bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Groningse, Spaans en Zuid-Afrikaanse.

(LET OP: dagen, maanden, seizoenen en windstreken niet!!!!!!!!!!!!!!!!)

Leestekens

- Een zin eindigt met een .?!

- een komma gebruik je:

1. tussen twee persoonsvormen (Als Karin wint, mag ze door naar de finale)

2. voor verbindingswoorden: doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra.

Zet in het algemeen geen komma voor en en of. 

Welk leesteken hoort er achter de zin?

Vind jij leestekens moeilijk

1. een punt
2. een uitroepteken
3. een vraagteken
4. niets

Zijn de hoofdletters en leestekens juist gebruikt?

's Nachts kun je veel sterren zien, tenzij het niet helder is.

1. juist
2. onjuist

In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?

1. Woon jij in Den helder of in Schagen?
2. Woon jij in Den Helder of in Schagen.
3. Woon jij in Den Helder of in Schagen?
4. Woon jij in Den helder of in Schagen.

Aan de slag

Wat? 

Lees de theorie op blz. 32 en maak opdracht 1 en 2 van blz. 33

Lees de theorie op blz. 34 en maak opdracht 1 en 2 van blz. 35

Hoe? individueel, je mag op fluistertoon een vraag aan elkaar stellen.

Klaar?

Maak de startopdracht op blz 36 en lees daarna de theorie op blz. 36.

Afsluiting

Hoe ging het?

Tips en tops?

HUISWERK:

Lees de theorie op blz. 33 en maak opdracht 1 en 3 van blz. 34 

Lees de theorie op blz. 34 en maak opdracht 1 en 2 van blz. 35