Blaaskatheterisate

Blaaskatheterisatie
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Blaaskatheterisatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over je urinewegstelsel?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Vesica urinaria
Blaas
Urineleiders
Ureter
Renes
Nier
Urinebuis
Urethra

Slide 3 - Question de remorquage

Urinebuis man: 20 cm 
Urinebuis vrouw: 4 cm

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de nieren?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Glomerulus
Nefron
Creatinine 
Ureum
Welke afvalstof in het bloed komt van voeding af
Welke afvalstof in het bloed komt van de spieren af?
Hoe wordt het zuiveringsstation van de nieren ook wel eens genoemd
Hoe worden de kluwen van kleine bloedvaten genoemd die als functie hebben afvalstoffen afgegeven

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in eigen woorden uit hoe urine ontstaat

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in eigen woorden uit wat osmose inhoud

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Functie nier

Slide 10 - Diapositive

Afvalstoffen uit het bloed verwijderen 
Vocht- en zoutbalans regelen 
Hormonen aanmaken: 
- Renine, een hormoon dat een rol speelt bij het regelen van de bloeddruk 
Erytropoëtine (EPO), stimuleert de aanmaak van rode bloedlichaampjes (erytrocyten) 
Rol bij botstofwisseling: nier zet vitamine D om in een werkzame vorm, ter bevordering van absorptie van het calcium 
Endeldarm
Renes
Ureter
Urethra
Darm
Scrotum
Prostaat
Blaas
Penis
Endeldarm
Ureter
Tubea
Renes
Vagina
Uterus
Blaas
Urethra

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt urine lozing genoemd?
A
Mictie
B
Defecatie

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door toegenomen spanning in de blaaswand ontstaat aandrang. Bij ongeveer hoeveel ml gebeurd dit?
A
200-500 ml
B
500-600 ml
C
700-1000 ml
D
1000-1500 ml

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als het moet kan een blaas .... ml bevatten
A
1000
B
1500
C
1750
D
2000

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ongeveer de frequentie dat je overdag naar de wc moet?
A
3-4 keer per dag
B
5-7 keer per dag
C
7-9 keer per dag
D
10 keer per dag

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Urine
  • 95% water 
  • Ureum en urinezuur (afbraakproducten van eiwitten)
  • Diverse zouten (natrium en kalium)
  • Urinekleurstof 
  • Vitamines 
  • Hormonen

Slide 16 - Diapositive

Glucose, zouten en water worden teruggegeven aan het bloed (terugresorptie), maar een deel plas je ook uit. Dat wat in het bloed terecht komt gaat via de nierader naar de vena cava superior. Deze terugresorptie gaat o.i.v. hormonen:
Aldosteron: Natrium en Kalium
Parat hormoon: Calcium en fosfaat
ADH (anti diuretisch hormoon): water
Bij een slechte nierfunctie kan bijvoorbeeld het Kalium, Natrium, Ureum (afvalproduct van ammoniak) en Kreatinine (afvalproduct van de spieren) verhoogd zijn in het bloed. Oftewel, het wordt niet voldoende gefilterd uit het bloed. (het gaat mis in het filtratieproces)
Wanneer je bijv. lasix geeft (plasmedicatie) in te hoge dosering, plas je deze stoffen teveel uit, het krijgt geen kans om terug te resorberen (terug te geven aan het bloed). De waardes in het bloed zijn dan juist te laag. (het gaat mis in het proces van terugresorptie)

Observatie urine
Frequentie
  • Verhoogd bijv. bij cystitis
  • Verminderd bijv. bij nier/hartfalen

Hoeveelheid
  • Gering bijv. bij diarree (anurie/ oligurie)
  • Verhoogd bijv. bij diabetus mellitus (polyurie)

Kleur
  • Lichtgeel, donkergeel, donkerbruin, rood, oranje

Helderheid
  • Troebel?

Geur

Wijze van urineren
  • Krachtige straal?
  • Intermitterend?

Pijn







Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Achterblijven van urine in de blaas door onvermogen de blaas te ledigen
's Nachts meer plassen dan overdag 
Urinelozing is pijnlijk of verloopt moeizaam
Hoeveelheid urine die na spontane mictie achterblijft in de blaas
Vermeerderde urineproductie (meer dan 2000ml/24u)
Uitblijven van urineproductie (minder dan 50ml/24uur)
Verminderde urineproductie (minder dan 500ml/24u)
Urine retentie
Urine residu
Nycturie
Polyurie
Anurie
Oligurie
Dysurie

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Stressincontinentie → Geen indicatie om te katheteriseren
Verminderde functie bekkenbodemspieren door bijv. overgewicht, zwangerschap, verzakking blaas/ baarmoeder
Bij niezen, hoesten, lachen en bewegen, bijv. springen
Urge-incontinentie
Verminderde blaascapaciteit door blaastumor, buik ok, infectie, langdurig kath., verstoorde prikkelgewaarwording door neurologische aandoening, prikkelbare blaas door infectie, alcohol of cafeïne

Indicaties blaaskatheterisatie

Slide 20 - Carte mentale


Onvermogen om de blaas op natuurlijke wijze te ledigen (retentie)
Onvermogen om urine op te houden (incontinentie)
Precieze monitoring van urine-output
Bij langdurige chirurgische ingrepen, chirurgische ingrepen in urogenitaal gebied, ingrepen waarbij grote hoeveelheden diuretica worden toegediend
Het bieden van comfort bij terminaal zieke cliënten
Uitdrukkelijke wens van de cliënt
Toedienen van medicijnen in de blaas
Om de zorgvrager makkelijker te kunnen verzorgen, of om minder werkbelasting te verkrijgen mogen nooit redenen zijn om een blaaskatheter in te brengen!

Schrompel nier
Cysten nieren
Prostaatvergroting
Overloopblaas
Functie v.d. blaas verminderd/ verdwenen
Tumoren
Incontinentie: Indien niet op een andere manier behandeld kan worden

Blaaskatheterisatie
Met behulp van een katheter (vrij flexibel kunststof buisje) urine aflaten vloeien uit de blaas.
 
Doel katheteriseren:
 
Drainage / leegmaken blaas :
pre- of postoperatief (grote operaties met lange recovery en bij Buikoperaties in bekken);
retentie (acute: bij vernauwing urethra door prostaat/tumor en chronisch: door recidiverende infecties);
exacte meting urineproductie bij ernstig zieken (hartaandoeningen, shock);
Onderzoek / stellen van diagnose:
urine residu Bij voorkeur met scan/ echo
blaasfunctie test: meten hoeveelheid urine en straalsnelheid
bacteriologisch onderzoek
Cytoscopie: inwendig onderzoek plasbuis en blaas
Instillatie / therapeutische reden:
geneesmiddelen
spoeling
 
De verpleegkundige gaat na (en overlegd met arts) of het echt nodig is om de zorgvrager te katheteriseren, of dat er alternatieve oplossingen kunnen worden gebruikt. Om de zorgvrager makkelijker te kunnen verzorgen, of om minder werkbelasting te verkrijgen mogen nooit redenen zijn om een blaaskatheter in te brengen!

Slide 21 - Diapositive

Blaaskatheterisatie
Met behulp van een katheter (vrij flexibel kunststof buisje) urine aflaten vloeien uit de blaas.
 
Doel katheteriseren:
 
Drainage / leegmaken blaas :
pre- of postoperatief (grote operaties met lange recovery en bij Buikoperaties in bekken);
retentie (acute: bij vernauwing urethra door prostaat/tumor en chronisch: door recidiverende infecties);
exacte meting urineproductie bij ernstig zieken (hartaandoeningen, shock);
Onderzoek / stellen van diagnose:
urine residu Bij voorkeur met scan/ echo
blaasfunctie test: meten hoeveelheid urine en straalsnelheid
bacteriologisch onderzoek
Cytoscopie: inwendig onderzoek plasbuis en blaas
Instillatie / therapeutische reden:
geneesmiddelen
spoeling
 
De verpleegkundige gaat na (en overlegd met arts) of het echt nodig is om de zorgvrager te katheteriseren, of dat er alternatieve oplossingen kunnen worden gebruikt. Om de zorgvrager makkelijker te kunnen verzorgen, of om minder werkbelasting te verkrijgen mogen nooit redenen zijn om een blaaskatheter in te brengen!

Contra indicaties blaaskatheterisatie

Slide 22 - Carte mentale

Mensen die vatbaar zijn voor infecties, lage weerstand hebben
Aangeboren afwijkingen waardoor de blaas niet te bereiken is/ verdenking van letsel aan de urethra
Blaasstenen, die voor urethra liggen
Prostaathypertrofie (vergroting)/ acute prostatitis
Blaaspoliepen
Een acute ontsteking van de prostaat
Obstructie of vernauwing van de urethra
Infectie van de urinebuis
(Verdenking op) letsel aan de urinebuis


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Foley (Catheter à demeure): continue katheterisatie/ verblijfskatheter
Nelaton: recht uiteinde met 2 ogen voor drainage
Tieman: harde gebogen tip, ogen achter de tip. Bij prostaathypertrofie.
3-lumen: continu blaasspoeling
Ballon: vullen met steriel water (geen NaCl!)
Complicatie door ballon: bacterie-urie/ UW infectie t.g.v. restant urine (bron voor bacteriën) dat achterblijft in de blaas omdat de ogen zich boven de ballon bevinden

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Via kunstmatige opening buikwand net boven het schaambeen
Plaatselijke verdoving
Blaas moet gevuld zijn om in te kunnen brengen
Verschil SP en CAD:
Een katheter a demeure wordt ingebracht via een natuurlijke opening, de urethra.
Een suprapubische katheter wordt ingebracht via een kunstmatige opening net boven het schaambeen (os pubis).

Slide 31 - Diapositive

Voordelen van een suprapubische katheter ten opzichte van een urethrale verblijfskatheter zijn:
minder kans op het optreden van blaaskrampen en blaasstenen
minder kans op irritatie/beschadiging van de urethra
groter comfort en toegankelijkheid, met name bij stoelgebonden cliënten
minder belemmering van seksueel contact
het weer zelf leren urineren (indien van toepassing) is eenvoudiger
minder kans op het ontstaan van urineweginfecties en urosepsis (blaasontsteking)
Nadelen van een suprapubische katheter ten opzichte van een urethrale katheter
Moet de eerste keer door een uroloog ingebracht worden
Verhoogd risico op peritonitis
Suprapubische katheterisatie is vaak van lange duur, hetgeen een verhoogd risico op blaaskanker met zich meebrengt

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

In opdracht van de arts
Complicaties:
Beschadiging blaasslijmvlies
Resistent worden voor blaasspoeling waardoor het effect verloren gaat
Vaak blaaskrampen tijdens blaasspoelen, niet te koude vloeistof inbrengen, minimaal op kamertemperatuur en anders het zakje in wat warm water nog iets verder opwarmen
Let op: evenveel vloeistof terug als erin gelopen is!
Aandachtspunten:
Dient beperkt te blijven
Alleen op voorschrift van de arts
Geef uitleg over;
Aandrang tot urineren
Pijn in de blaas en/of pijn in de ruggen streek
Blaaskrampen die op kunnen treden
Gesloten: 3-weg verblijfskatheter (intermitterend of continue)
Open: zakje of spuit, kant en klaar systeem; uro-tainer (PVC zakje met 50 of 10 ml vloeistof), 1-malige of 2 weg katheter

Je gaat bij een vrouwelijke zorgvrager een verblijfskatheter inbrengen. Nadat je alles hebt klaargezet, reinig je eerst haar vulva. Waarmee doe je dit?
A
Water zeep en daarna goed drogen
B
Waterbollen/gaasjes gedrenkt in aqua destillata
C
Gaasjes gedrenkt in water

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe groot is de normale doorsnede bij een katheter voor een vrouw?
A
8-10 charrière
B
12-14 charrière
C
10-12 charrière

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande beweringen is juist?
I De urethra van de vrouw is 2,5 - 4cm lang
II De urethra van de man is 10-15 cm lang
A
Alleen I is juist
B
Alleen II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel ml urine produceert een gezonde volwassene onder normale omstandigheden per etmaal?
A
500-1200ml
B
1200-2000ml
C
2000-2800ml
D
2800-3500ml

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De glomerulus wordt omsloten door:
A
Het nierkapsel
B
De nierkelkjes
C
Het kapsel van Bowman

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een belangrijke complicatie bij een verblijfskatheter is een urineweginfectie. Welke kleur zal de urine hebben bij een urineweginfectie?
A
Witachtige troebele urine
B
Roodbruine urine
C
Donkergele urine

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van onderstaande gevolgen kan een zorgvrager ondervinden na eenmalige katheterisatie?
A
Vergrote aandrang om te plassen
B
Branderig gevoel bij het plassen
C
Alle bovenstaande

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meest voorkomende complicatie van verblijfskatheters is:
A
Incontinentie
B
Infectie
C
Steenvorming

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuurstof toediening

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zuurstoffles heeft een inhoud van 10 liter en is gevuld met een druk van 200 bar. De patiënt gebruikt een zuurstofmasker met een flow van 6 liter per minuut.

Vraag: Hoe lang kan de patiënt zuurstof krijgen met deze fles?

Slide 46 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zuurstoffles heeft een inhoud van 15 liter en is gevuld met een druk van 150 bar. De patiënt gebruikt een zuurstofmasker met een flow van 3 liter per minuut.

Vraag: Hoe lang kan de patiënt zuurstof krijgen met deze fles?

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions