PVtt PVvt

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Lezen in je boek
timer
8:00

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen? 
Persoonsvorm Tegenwoordige tijd
  • Lesdoelen
  • Herhaling Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Instructie
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

persoonsvorm herkennen

1)  Tijdproef: verandert mee met de tijd
      Ik heb een ijsje.
      Gisteren had ik een ijsje.
2) Vraagproef:  staat vooraan wanneer je er een vraagzin van maakt
      Jij eet een ijsje.
      Eet jij een ijsje.

Slide 5 - Diapositive

pv tt
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Dat zijn werkwoorden in het 'nu'

Slide 6 - Diapositive

werkwoorden = alles wat je kunt doen
lopen
fietsen
zitten

Slide 7 - Diapositive

1. Ik-vorm

Enkelvoud ik-vorm of jij erachter:

schrijf alleen de stam


ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij

fiets jij

praat jij

vind jij

Slide 8 - Diapositive

2. Ik-vorm + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de ik-vorm + t




jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

Slide 9 - Diapositive

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord


wij lopen

zij fietsen

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Opdracht klassikaal
Maken opdracht 5 en 6 op bladzijde  44




Slide 12 - Diapositive

Instructie
Persoonsvorm verleden tijd
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Sterk of zwak werkwoord?

Jij fietste
A
sterk
B
zwak

Slide 14 - Quiz

Sterk of zwak werkwoord?

Het vliegtuig vloog
A
sterk
B
zwak

Slide 15 - Quiz

Sterk of zwak werkwoord?

De hond blafte
A
sterk
B
zwak

Slide 16 - Quiz

Sterk of zwak werkwoord?

ik sliep
A
zwak
B
sterk

Slide 17 - Quiz

Klassikaal
Opdrachten op bladzijde 76 en 77
timer
5:00

Slide 18 - Diapositive

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 19 - Diapositive

Tot de volgende les!

Slide 20 - Diapositive


werkwoordspelling
persoonsvorm 
tegenwoordige tijd

Slide 21 - Diapositive

Moeilijke woorden.

Slide 22 - Diapositive