C: reading

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welcome

What do you need?

- iPad

- binder

- pen




 

 

1. turn off mobile phones
2. close all apps on iPad
3. turn off notifications



 

Welcome

Before we start:

Today's special

- Absenten controle
- Today's goals
- What did we do last time?

- C: Reading

- H: Reading

- Grammar

- Homework


 

Today's goals

- Een tekst lezen over een stuntman

- Begrijpen waar de tekst over gaat

- Een tekst lezen over mensen die iets

   bijzonders kunnen

- Begrijpen waar de tekst over gaat

 

What did we do last time?

- Wordorder

- Bijwoorden van tijd en plaats

- Bijwoorden van frequentie

Word order

Word order

Wat is de woordvolgorde van een Engelse zin?






Plaats komt voor tijd achteraan in de zin!



 

   Wie Doet wat met wie/wat waar wanneer

persoon w.w.      lijdend v.w.  plaats    tijd
 

Bijwoorden van frequentie

Bijwoorden van frequentie

  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor

- Staan er 2 of meer werkwoorden? bijwoord staat ertussen

- Is het w.w. een vorm van 'to be'? bijwoord staat erachter

C: Reading

Exercise 5

De tekst 'Man behind the masks' gaat over een stuntman. Wat zijn volgens jou de voor- en nadelen van het beroep stuntman?

Voordelen van het beroep stuntman

Nadelen van het beroep stuntman

C: Reading

Tekstbook: page 41

Workbook: page 66+67

Exercise 6+7

Exercise 6

Fact file                  Man behind the masks
Full Name               Bobby Holland Hanton
Nationality              British
Job                          stuntman
First film                 Quantum of Solace
Characteristics       brave, smart, strong, athletic

Certified in              kickboxing, swimming, high diving, gymnastics,

                                trampolining, scuba diving

Gets a buzz from    heights, danger, people thinking something looks

                                dangerous

Exercise 7

Exercise 7

1. Ze doen wat acteurs / sterren niet kunnen doen.

Exercise 7

1. Ze doen wat acteurs / sterren niet kunnen doen.
2. goede acteer-vaardigheden.

Exercise 7

1. Ze doen wat acteurs / sterren niet kunnen doen.
2. goede acteer-vaardigheden
3. acrobatenshows, reclames en tv-opnames.

Exercise 7

1. Ze doen wat acteurs / sterren niet kunnen doen.
2. goede acteer-vaardigheden
3. acrobatenshows, reclames en tv-opnames.
4. door vijf audities met een vechtteam komen.

Exercise 7

1. Ze doen wat acteurs / sterren niet kunnen doen.
2. goede acteer-vaardigheden
3. acrobatenshows, reclames en tv-opnames.
4. door vijf audities met een vechtteam komen.

5. Hij moest van het ene gebouw naar het andere

    springen zonder vast te zitten aan touwen.

Exercise 7

1. Ze doen wat acteurs / sterren niet kunnen doen.
2. goede acteer-vaardigheden
3. acrobatenshows, reclames en tv-opnames.
4. door vijf audities met een vechtteam komen.

5. Hij moest van het ene gebouw naar het andere

    springen zonder vast te zitten aan touwen.

6. Hij is zo enthousiast dat hij zich vaak geen zorgen

    maakt om verwondingen.

H: Reading

Tekstbook: page 44 + 45

Workbook: page 73

Exercise 18 + 19

Exercise 18

Exercise 19

Exercise 19

1. de service van een mannelijke proftennisser.

Exercise 19

1. de service van een mannelijke proftennisser.

2. sterk werd.

Exercise 19

1. de service van een mannelijke proftennisser.

2. sterk werd.

3. je zomaar bewusteloos kan raken.

Exercise 19

1. de service van een mannelijke proftennisser.

2. sterk werd.

3. je zomaar bewusteloos kan raken.
4. aan het scuba-duiken was.

Exercise 19

1. de service van een mannelijke proftennisser.

2. sterk werd.

3. je zomaar bewusteloos kan raken.
4. aan het scuba-duiken was.
5. hij zijn adem zo lang kon inhouden.

Exercise 19

1. de service van een mannelijke proftennisser.

2. sterk werd.

3. je zomaar bewusteloos kan raken.
4. aan het scuba-duiken was.
5. hij zijn adem zo lang kon inhouden.
6. haar vingers lang zijn.

Verrijking

Tekstbook: page 68

Workbook: page 114

Exercise 1 + 2

Past continuous

New grammar

Past continuous

Gebruik: iets was bezig in het verleden

               (vaak gebeurt er ook iets anders)

Past continuous

Gebruik: iets was bezig in het verleden

               (vaak gebeurt er ook iets anders)

Vorm: was/were + werkwoord  + ing

Past continuous

Gebruik: iets was bezig in het verleden

               (vaak gebeurt er ook iets anders)

Vorm: was/were + werkwoord  + ing

I / he / she / it > was

you / we / they > were

J: Grammar

Tekstbook: page 47 + notes

Workbook: page 76

Exercise 24

Thanks for your attention