Cijferen - erbij tientallen en enkelen t/m 100 - les 2.1

• Voortgezet speciaal onderwijs

Rekenen 

Cijferen les 2.1

Lesdoel:

Ik kan sommen optellen t/m 100 met een tienvoud.

Voorkennis

Spel: Raad het getal

Praktijk

Wanneer gebruik je erbij sommen t/m 100 in de praktijk?

Instructie

Tientallen eindigen altijd op nul.

Volg het stappenplan:

1. Kijk hoeveel je al hebt.

2. Kijk hoeveel erbij komt.

3. Reken uit hoeveel dat samen is.

Hoe reken jij?

Instructie

Tientallen eindigen altijd op nul.

Instructie

Volg het stappenplan:

1. Kijk hoeveel je al hebt.

2. Kijk hoeveel erbij komt.

3. Reken uit hoeveel dat samen is.

Instructie

1. Hoeveel heb je al?

2. Hoeveel komt erbij?

3. Hoeveel is dat samen?

40 + 23=

12 + 70 =

30 + 56=

Instructie

Hoe reken jij?

34 + 60=

- verder tellen?

- in stappen tellen?

- getallen omdraaien?

- splitsen?

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

+

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

+ 

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

+

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

Inoefenen

50 + 17 =

63 + 20 =

40 + 45 =

28 + 30 =

20 + 72 =

44 + 30 = 

50 + 46 =

Evaluatie

Wat heb ik geleerd?

Ik kan sommen optellen t/m 100 met een tienvoud.

Bedenk nu zelf een verhaal bij een erbij som met tienvoud.

Zelfstandig werken

Werkboek blz. 

14 en 15