Cijferen - eraf t/m 100 over het tiental - les 6.1

• Voortgezet speciaal onderwijs

Rekenen 

Cijferen les 6.1

Lesdoel:

Ik kan sommen t/m 100 aftrekken met tientaloverschrijding. 

Voorkennis

Speel het spel Gok een hok

Praktijk

Wanneer gebruik je eraf sommen t/m 100 in de praktijk?

Instructie

Het stappenplan

1. Kijk naar het eerste getal. 

Dat is het startgetal.

2. Kijk naar het tweede getal. 

Haal dit getal eraf.

3. Bij welk getal kom je uit? Dat is de uitkomst.

Hoe reken jij?

Instructie

Het stappenplan

1. Kijk naar het eerste getal.

2. Kijk naar het tweede getal.

3. Zo kom je bij de uitkomst.

Instructie

Trek eerst de tientallen eraf en dan de lossen eraf.

44 - 18 =

44 - 10 =

34 - 8 =  

Aftrekken door eerst naar het tiental te gaan.

44 - 18 =

44 - 4 =

40 - 4 =

36 - 10=

Instructie

Hoe reken jij?

43 - 28 =

73 - 16 =

55 + 26=

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

-

Inoefenen

Welke erafsommen kun je hier van maken?

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

- 

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

+

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

-

Inoefenen

54 - 17 =

63 - 27 =

46 - 48 =

28 - 39 =

72 - 15 =

44 - 37 = 

55 - 46 =

Evaluatie

Wat heb ik geleerd?

Ik kan sommen t/m 100 aftrekken met tientaloverschrijding. 

Bedenk nu zelf een verhaal bij een erafsom over het tiental.

Zelfstandig werken

Werkboek blz.  26 en 27