Cijferen - erbij t/m 100 over het tiental - les 3.1

• Voortgezet speciaal onderwijs

Rekenen 

Cijferen les 3.1

Lesdoel:

Ik kan sommen t/m 100 optellen met tientaloverschrijding. 

Voorkennis

Rondje rekenen tot 100 

Speel een spel

Praktijk

Wanneer gebruik je erbij sommen t/m 100 in de praktijk?

Instructie

Het stappenplan

1. Kijk naar het eerste getal.

2. Kijk naar het tweede getal.

Tel eerst de tientallen erbij op en dan de lossen. 

3. Zo kom je bij de uitkomst.

Hoe reken jij?

Instructie

Het stappenplan

1. Kijk naar het eerste getal.

2. Kijk naar het tweede getal.

Tel eerst de tientallen erbij op en dan de lossen.

of

Optellen door eerst naar het tiental te gaan. 

3. Zo kom je bij de uitkomst.

Instructie

Tel eerst de tientallen en dan de lossen op.

44 + 18 =

44 + 10 =

54 + 8 =  

Optellen door eerst naar het tiental te gaan.

44 + 18 =

44 + 6 =

50 + 12 =

Instructie

Hoe reken jij?

48 + 23=

19 + 73 =

35 + 56=

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

+

Inoefenen

Welke sommen kun je hier van maken?

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

+ 

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

+

Inoefenen

Welke som hoort erbij?

+

Inoefenen

54 + 17 =

63 + 27 =

46 + 45 =

28 + 33 =

29 + 72 =

44 + 37 = 

55 + 46 =

Evaluatie

Wat heb ik geleerd?

Ik kan sommen t/m 100 optellen met tientaloverschrijding. 

Bedenk nu zelf een verhaal bij een erbij som met tienvoud.

Zelfstandig werken

Werkboek blz.  16, 17 en 18