Werkwoord avoir

Werkwoord avoir
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Werkwoord avoir

Slide 1 - Diapositive

J'ai
Tu as
Il a
Elle a
On a
Nous avons
Vous avez
Ils ont
Elles ont
Ik heb
Jij hebt
Hij heeft
Zij heeft
Men heeft
Wij hebben
Jullie hebben/u heeft
Zij hebben (vr +mn)
Zij hebben (alleen vr)

Slide 2 - Diapositive

J'ai
Tu as
Il a
elle a
nous avons
vous avez
ils ont
elles ont
On a
Ik heb
Jij hebt
Hij heeft
Zij heeft
Wij hebben
Jullie hebben
Zij hebben
U heeft
Zij hebben (v-mv)
Men heeft

Slide 3 - Question de remorquage

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ik heb

Slide 4 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van avoir in:
Jij hebt

Slide 5 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van avoir in:
Hij heeft

Slide 6 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van avoir in:
Zij heeft

Slide 7 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous avons

Slide 8 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van avoir in:
Jullie hebben/U heeft

Slide 9 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van avoir in:
Zij hebben

Slide 10 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van avoir in:
Zij hebben (vr-mv)

Slide 11 - Question ouverte