Voltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Taalverzorging het voltooid deelwoord 

Hoofdstuk 2

VOLTOOID DEELWOORD

In veel zinnen komt een voltooid deelwoord voor:

- Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

- Robin heeft geen straf gekregen.

- Ik heb mijn kamer opgeruimd.

- Sonja heeft haar zonnebril gepoetst.

- Mijn ouders zijn gisteren vertrokken.

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Gino heeft een mop verteld.

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Karin heeft de ijsjes betaald.

VOLTOOID DEELWOORD

als bijvoeglijk naamwoord

Een voltooid deelwoord kan ook als 

bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. 

Het zegt dan iets over een zelfstandig naamwoord.

- De opgeruimde kamer

- De opgepoetste zonnebril

Hij heeft zijn bril opgepoetst.
Opgepoetst is hier...

1. bijvoeglijk naamwoord
2. voltooid deelwoord

Hij heeft zijn huiswerk afgemaakt.
Afgemaakt is hier...

1. voltooid deelwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

De afgemaakte dieren zorgden voor veel ophef.
afgemaakte is hier..

1. bijvoeglijk naamwoord
2. voltooid deelwoord

Hij heeft zijn auto met succes verkocht.
verkocht is hier...

1. bijvoeglijk naamwoord
2. voltooid deelwoord

De verkochte boeken hebben veel geld opgeleverd.
verkochte is hier...

1. voltooid deelwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

Voltooid deelwoord kort samengevat

- Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.

- Een voltooid deelwoord eindigt op: -d, -t of -en.

- Schrijf een voltooid deelwoord altijd zo kort mogelijk.

- Het voltooid deelwoord kan als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden.

Suzan heeft goed (….) voor haar toets.

TIP: Maak het woord langer. Hoor je een D of een T?

1. geleerd
2. geleert

Welk woord werd dit jaar het meest (…) op Google?

1. gezocht
2. gezochd

Tijdens de gymles is zij (…).

1. gevalt
2. gevallen

Zij heeft zich voor de training (…)

1. aangemelt
2. aangemeld

Typ een zin waarin 'spelen' als voltooid deelwoord voorkomt.

Typ een zin waarin 'spelen' als bijvoeglijk naamwoord voorkomt.

Maak de paragraaf 2.8 en 2.9 Spelling voltooid deelwoord (H2)

 

OPDRACHTEN 1 t/m4 en 6