H.3 Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Diapositive

DOEL

- je weet (on)voltooide deelwoorden moet spellen als ze als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt
voltooid deelwoord als 
bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Diapositive

Het (on)voltooide deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
25%
50%
75%
100%

Slide 3 - Sondage

VOLTOOID DEELWOORD

In veel zinnen komt een voltooid deelwoord voor:


- Het vliegtuig is op Schiphol geland

- Robin heeft geen straf gekregen.

- Ik heb mijn kamer opgeruimd.

- Sonja heeft haar zonnebril gepoetst.

- Mijn ouders zijn gisteren vertrokken.


Slide 4 - Diapositive

VOLTOOID DEELWOORD
als bijvoeglijk naamwoord

Een voltooid deelwoord kan ook als 
bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. 
Het zegt dan iets over een zelfstandig naamwoord.

- De opgeruimde kamer
- De opgepoetste zonnebril

Slide 5 - Diapositive

pakken
De _______ crimineel.

Slide 6 - Question ouverte

verhuizen
De _______ buren.

Slide 7 - Question ouverte

De _____ uitzendkrachten kwamen in opstand tegen hun werkgever.
A
uitgebuite
B
uitgebuitte

Slide 8 - Quiz

Het door brand _____ winkelcentrum wordt gesloopt.
A
verwoeste
B
verwoesten

Slide 9 - Quiz

Voor elke ____ euro krijg je een spaarzegel bij het tankstation.
A
besteedde
B
bestede

Slide 10 - Quiz

Wie was de eerst (kiezen) burgemeester?

Slide 11 - Question ouverte

Gaston overhandigde de cheque aan de (verbazen) winnaar.

Slide 12 - Question ouverte

Een onvoltooid deelwoord maak je door -d achter het hele werkwoord te zetten.
blaffen-blaffend
mopperen- mopperend
troosten-troostend
feesten-feestend
smaken-smakend

Slide 13 - Diapositive

Even oefenen
1. Blaffend komt de hond eraan.
2. De mopperende buurvrouw....
3. De man sloeg troostend zijn arm om het huilende kind.
4. De feestende mensen dansten tot in de ochtend.
5. Snoep is een heerlijk smakend tussendoortje.

Slide 14 - Diapositive

DOEL

- je weet (on)voltooide deelwoorden moet spellen als ze als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt
(on)voltooid deelwoord als 
bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Diapositive

Ja, ik begrijp het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
25%
50%
75%
100%

Slide 16 - Sondage