2H herhaling grammatica zinsdelen

2 havo

zinsdelen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2 havo

zinsdelen

Slide 1 - Diapositive

- Nakijken huiswerk
- Uitleg zinsdelen
- Maken opdrachten zinsdelen 

Slide 2 - Diapositive

Uitleg zinsdelen


Om de zin goed te ontleden moet je de zin in zinsdelen verdelen. Dit doe je in de volgende drie stappen:

1. Je zet voor en achter de zin een streep.

2. Elk werkwoord is een eigen zinsdeel. 
(let op: als aan het en te  voor het werkwoord staan, blijven die bij het werkwoord in het zinsdeel)

3. Je moet het gedeelte helemaal voor de pv kunnen zetten. 
(let op: zo groot mogelijk)

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeldzin:
Ik ben gisteren met mijn vader naar de winkel geweest.
      pv                                                                                    vd
Gezegde: ben geweest


Zinsdeelstrepen per stap: Voor en achter de zin
/ Ik ben gisteren met mijn vader naar de winkel geweest / .

Zinsdeelstrepen per stap: Elk werkwoord een eigen zinsdeel
/ Ik / ben / gisteren met mijn vader naar de winkel / geweest / .

Zinsdeelstrepen per stap: Zo groot mogelijk voor de pv
/ Ik / ben / gisteren / met mijn vader / naar de winkel / geweest / .

Slide 4 - Diapositive

Zijn de zinsdeelstrepen in de onderstaande zin goed of fout geplaatst?

/ Hij / ging / gisteren / met zijn broertje / voetballen / op het veldje / .
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

In welke zin zijn de zinsdeelstrepen goed geplaatst?
A
/ Dat / vernieuwde / restaurant / werd / door de buurtbewoners / goed / bezocht / .
B
/ Dat vernieuwde restaurant / werd / door de buurtbewoners / goed / bezocht / .
C
/ Dat vernieuwde restaurant / werd / door de buurtbewoners / goed bezocht / .
D
/ Dat / vernieuwde / restaurant / werd / door de buurtbewoners / goed / bezocht / .

Slide 6 - Quiz

Zijn de zinsdeelstrepen in de onderstaande zin goed geplaatst?

/ Ik / ben / mijn nieuwe fiets / aan het / wassen / .
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Zijn de zinsdelen in de volgende zin goed geplaatst?

/ De gemaakte deurbel / was / naar twee dagen / weer verwijderd / .
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

In welke zin zijn de zinsdeelstrepen goed geplaatst?
A
/ Wie / heeft / die nieuwe aflevering / op Netflix / al / gezien ?
B
/ Wie / heeft / die nieuwe aflevering op Netflix / al / gezien / ?
C
/ Wie / heeft / die nieuwe aflevering / op Netflix / al / gezien / ?
D
/ Wie / heeft / die nieuwe aflevering op Netflix / al gezien / ?

Slide 9 - Quiz

In welke zin zijn de zinsdeelstrepen goed geplaatst?


A
/ Marieke en Johan / zijn / samen met hun neefjes / naar de / spannende / voetbalwedstrijd / aan het kijken / .
B
/ Marieke en Johan / zijn / samen met hun neefjes / naar de spannende voetbalwedstrijd / aan het kijken / .
C
/ Marieke / en / Johan / zijn / samen met hun neefjes / naar de / spannende voetbalwedstrijd / aan het kijken / .
D
/ Marieke en Johan / zijn / samen met hun neefjes / naar de spannende voetbalwedstrijd / aan het / kijken / .

Slide 10 - Quiz

Aan de slag....
 

Maak opdracht  1 en 2 van het onderdeel zinsdelen uit je grammaticaboekje.


Slide 11 - Diapositive