Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Onderwerp /pv/werkwoordelijk gezegde
07-02-2023
Persoonsvorm (pv)
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Zinsdelen/zinsdeelstrepen
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
07-02-2023
Persoonsvorm (pv)
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Zinsdelen/zinsdeelstrepen
Slide 1 - Diapositive
De persoonsvorm (pv)
Wat voor woord is de persoonsvorm?
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 2 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
Jantien won gisteren de gouden medaille.
A
Jantien
B
won
C
gisteren
D
de gouden medaille
Slide 3 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Fiets jij elke ochtend naar school?
A
Fiets
B
jij
C
elke ochtend
D
naar school
Slide 4 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Wanneer ben jij jarig?
A
Wanneer
B
ben
C
jij
D
jarig
Slide 5 - Quiz
Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 6 - Sondage
Werkwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde:
Bestaat uit alle
werkwoorden
in een zin! Dus ook de persoonsvorm.
Let ook op gesplitste werkwoorden.
Slide 7 - Diapositive
Alle werkwoorden in de zin noem je samen:
A
Het onderwerp
B
Het naamwoordelijk gezegde
C
Het werkwoordelijk gezegde
D
De persoonsvorm
Slide 8 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald.
A
heeft
B
heeft gehaald
C
gehaald
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde
Slide 9 - Quiz
Mijn buurman legt de lat hoog.
Wat is het woord 'legt' in deze zin?
A
Alleen persoonsvorm
B
Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
C
Alleen werkwoordelijk gezegde
Slide 10 - Quiz
Morgen ga ik lopend naar school.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
ga
B
ga lopend
C
lopend
Slide 11 - Quiz
Hij heeft gisteren zijn pap niet gegeten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Hij heeft
B
heeft
C
heeft gegeten
D
heeft zijn pap gegeten
Slide 12 - Quiz
Mijn vader wil mijn kamer opnieuw schilderen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
wil
B
wil schilderen
C
wil opnieuw schilderen
D
schilderen
Slide 13 - Quiz
De persoonsvorm zit altijd in het werkwoordelijk gezegde.
Is dat waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Gaat Joris vanavond skaten?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
gaat
B
Joris
C
vanavond
D
gaat skaten
Slide 15 - Quiz
Welk zinsdeel wordt hier benoemd?
'wordt benoemd' is:
A
De persoonsvorm
B
Het werkwoordelijk gezegde
C
Het onderwerp
Slide 16 - Quiz
Morgen moet ik een proefwerk maken.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
moet
B
moet maken
C
maken
Slide 17 - Quiz
Een werkwoordelijk gezegde bestaat altijd uit meerdere werkwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Jip heeft gisteren een ijsje gegeten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
heeft
B
heeft gegeten
C
gegeten
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde
Slide 19 - Quiz
De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Ik kan het werkwoordelijk gezegde
in een zin vinden
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 21 - Sondage
Zinsdeelstrepen
Deel van een zin dat uit één of meerdere woorden kan bestaan.
1. Zet een streep onder de pv;
2. Zet de pv tussen zinsdeelstrepen;
3. Alles wat vóór de pv staat, is altijd een zinsdeel.
4. Verander de woordvolgorde van de zin.
Slide 22 - Diapositive
De zinsdeelstrepen in onderstaande zin staan?
| Tijdens mijn weekend | heb | ik | veel gedaan. |
A
Goed
B
Fout
Slide 23 - Quiz
De zinsdeelstrepen in onderstaande zin staan?
| Mijn moeder | doet altijd | de boodschappen. |
A
Goed
B
Fout
Slide 24 - Quiz
De zinsdeelstrepen in onderstaande zin staan?
| Mijn vader | wil | mijn | kamer | opnieuw schilderen. |
A
Goed
B
Fout
Slide 25 - Quiz
De zinsdeelstrepen in onderstaande zin staan?
| Voetbal | is | ook | een sport | voor meisjes.|
A
Goed
B
Fout
Slide 26 - Quiz
De zinsdeelstrepen in onderstaande zin staan?
| Marina | legt | het onderwerp | uit.
A
Goed
B
Fout
Slide 27 - Quiz
Ik kan een zin in zinsdelen zetten
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 28 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
1HAd grammatica gezegde/zinsdelen
Janvier 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
PV en WWG
Novembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
2122_T2_woordsoorten en grammatica zinsdelen
Janvier 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2223_T1_ow en ww gez
Décembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2D+2E herhaling zinsdelen brugklas
Janvier 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Zinsdelen en zinsopbouw
Janvier 2022
- Leçon avec
25 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
2.7 werkwoordelijk gezegde
Novembre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Onderwerp /pv/werkwoordelijk gezegde
Mars 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1