h4_kubv_CvM hfst 6 kunst en amusement

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is de reden dat musicals populair werden in het begin van de 20ste eeuw.

Slide 2 - Question ouverte

In de eerste helft van de twintigste eeuw wordt de smaak van de massa ten aanzien van cultuur steeds
belangrijker. Wat is daarvan de oorzaak?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

In The Jazz Singer speelde de blanke acteur de rol van een zwarte zanger. Verklaar waarom men wel
de zwarte muziek wilde laten horen, maar voor een blanke acteur koos.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Bekijk het fragment van Bill Robinsons (vorige dia), leg uit welke twee invloeden van de Jazz muziek je terughoort in dit fragment.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Waarom werd Fred Astaire door een groot choreograaf als Balanchine zo gewaardeerd, maar kreeg hij
ook bij het grote publiek zo’n enorme bekendheid?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe zou je zijn manier van dansen omschrijven?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Leg uit waarom het begrip flapper girl
past binnen het genre amusement.

Slide 13 - Question ouverte

Lees het stuk Slaptisck en de komische film. Pagina 85-86. Geef een verklaring van het verzet van Chaplin tegen de komst van de geluidsfilm.

Slide 14 - Question ouverte

Lees pagina 86 uit je tekstboek het kopje Animatie in de film.
Behoort het werk van Walt Disney tot kunst of vermaak?

Slide 15 - Question ouverte