1.1 Hoe ontstond de industrie?

Industrie wereldwijd
1.1 Hoe ontstond de industrie?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Industrie wereldwijd
1.1 Hoe ontstond de industrie?

Slide 1 - Diapositive

1. Van welk materiaal is je kleding gemaakt?
2. Waar is je kleding gemaakt?

Slide 2 - Question ouverte

Katoen
  • Vanaf 1800 --> meeste kleding van katoen

  • Katoenplantages in Amerika
  • Slavernij
  • 19e eeuw (1800-1865)

Waarom laten we het jaartal hierboven stoppen in 1865?

Slide 3 - Diapositive

Huisnijverheid
Boeren-gezinnen verwerkten het katoen in stukken stof.
  • Om in de winter wat geld bij te verdienen

Thuiswerk = huisnijverheid

Waarom wilden/moesten de boeren in de winter wat bijverdienen?

Slide 4 - Diapositive

´Oude´ energie
Huisnijverheid --> spierkracht
  • Voorbeeld van energie

Natuur kan ook energie opwekken --> natuurlijke energie 

Slide 5 - Diapositive

Natuurlijke energie
Energie

Slide 6 - Question de remorquage

Meer vraag naar katoen
In Engeland groeide de bevolking en de welvaart.

= meer mensen
= meer kleren
= meer katoen nodig

Slide 7 - Diapositive

Nieuwe energiebron:
Stoommachine

= machine die alle andere energiebronnen kon vervangen

Hoe werkte het?
  • Water warm maken met steenkool
  • Ontstaan stoom
  • Door druk van stoom ging machine draaien

Stoommachine moest van ijzer zijn. Waarom?




Slide 8 - Diapositive

Industriële Revolutie
Stoommachine werd in fabrieken gebruikt --> machines aandrijven

Machines konden sneller werken dan mensen (spierkracht) en dus meer katoen spinnen...

= snelle verandering 
= Revolutie

Slide 9 - Diapositive

De huisnijverheid kon de snelheid van de industrie niet bijhouden...
... de boeren kwamen zonder werk te zitten en gingen naar de stad, om daar in de fabrieken te werken.

Slide 10 - Diapositive

Werken in de fabriek
Werkgevers hadden werknemers in dienst.
  • Mannen, vrouwen én kinderen (kinderarbeid)
  • Lang en hard werken, weinig loon

Wat voor problemen ontstonden er door de komst van fabrieken?

Slide 11 - Diapositive