VACCM N2 - Calamiteit les 4

• Praktische economie
• MBO
• Studiejaar 1

VACCM les 4

RV1

Ongeluk of calamiteit?

Gevaarlijke situaties los je op of meld je. Deze kunnen leiden tot een ongeluk.

Als er sprake is van een incident waarbij de veiligheid van medewerkers en klanten in gevaar komt, noemen we dit een calamiteit (ramp).

In een calamiteitenplan staat beschreven wat je dan moet doen.

Bedrijfshulpverleners (BHV'ers) verlenen noodzakelijke assistentie.

Calamiteiten

• Ongeval
• Brand
• Agressieve klanten
• Bommelding 

Ongeval/ongeluk

1. Let op gevaar!

2. Ga na wat iemand mankeert

3. Stel het slachtoffer gerust

4. Zorg voor deskundige hulp

Degene die niet direct met het slachtoffer bezig is, belt 112.

Onder stroom

Je neemt voorzorgsmaatregelen als je werkt met elektriciteit: stoppenkast is bereikbaar, geen losse draden, geen water, geen overbelasting.

Als iemand toch onder stroom staat:

- Stekker uit het stopcontact

- Noodknop van het apparaat indrukken

- Hoofdschakelaar omzetten

- Pas op dat je jezelf niet onder stroom zet!!

Wat doe je?

Elke dag kom je met de scooter naar de winkel. 's Middags is er een afscheidsborrel van een collega die veertig jaar in de winkel heeft gewerkt. Je neemt twee pilsjes voor de gezelligheid. Het is gezellig, maar na afloop van de borrel heb je last van een draaierig gevoel.

1. Ik ga snel met de scooter naar huis. Het is tenslotte niet ver.
2. Ik laat een taxi komen.
3. Ik blijf nog even, maar ga cola drinken. Het zal wel weer overgaan.

Je werkt bij een grote doe-het-zelfzaak. In de zagerij wordt onder meer gewerkt met machines die hout op de juiste lengte kunnen zagen. De planken worden dan door de machine getrokken. Je moet dus oppassen dat je zelf niet in zo’n machine belandt. Je ziet dat een collega een lange bloes aanheeft die hij over zijn spijkerbroek draagt. Alle kans dat een stuk blijft haken in de machine.

1. Ik loop gewoon door, want iedereen moet de voorschriften kennen.
2. Ik ga door met mijn werk, iedereen moet zelf weten hoe hij zich kleedt.
3. Ik loop naar de collega toe en zeg hem dat dit niet verstandig is.
4. Ik zeg niets, maar begin erover bij een werkbespreking.

Je werkt in een Chinese toko. Jullie krijgen een nieuwe koelcel. De monteur is bezig met de elektrische aansluiting. Elektrische kabels met krachtstroom liggen bloot. Hij krijgt een enorme schok. De kabels lijken wel aan hem vast te zitten…

1. Ik ren naar hem toe en trek hem weg van de kabels.
2. Ik ren naar de stoppenkast.
3. Ik ren naar buiten om hulp te halen.
4. Ik ren naar de telefoon om 112 te bellen.

Je werkt als verkoper bij een grote sportzaak. Je hebt net een deel van de winkel gedweild. Je bent op zoek naar het gele bordje ‘Pas op natte vloer’. Dan zie je dat een klant uitglijdt. De vrouw valt hard met haar hoofd op de onderkant van een stellingkast. Ze blijft stil liggen.

1. Ik haal mijn leidinggevende.
2. Ik bel 112.
3. Ik ren naar de klant.
4. Ik kijk eerst of er geen gevaar meer is.

Branddriehoek

1. Geen paniek

2. Pand verlaten

3. Bel 112

Blussen

Alleen zelf blussen bij een kleine brand of als je wacht op de brandweer. Veiligheid gaat altijd voor!

Verschillende blusmiddelen. Weet jij wat waarvoor wordt gebruikt? Sleep het juiste blusmiddel naar de brand.

Brandend papier

Brandend vet

Elektrisch apparaat

Brandend gas

Water

Schuim

Koolzuursneeuw

Droge poeder

Pictogrammen

Brandslang

Blustoestel

Handmelder

Agressie in de winkel

STOP

Stoom afblazen

Tot de orde roepen

Opnieuw beginnen

Passen bij herhaling

Samenvatting

Ongeluk en calamiteit

Wat te doen bij brand?

Wat te doen als iemand onder stroom staat?

Agressie - STOP