Herhaalweek 3 Handige maten, Vlakke meetkunde & Formules en Grafieken

1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Hoe hoog is dit gebouw? Waarom denk je dat?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Welke handige maten kennen jullie al?

Slide 6 - Carte mentale

Neem deze handige maten over in je schrift.

Slide 7 - Diapositive

Hoe lang is jouw tafeltje ongeveer?
A
40cm
B
60cm
C
80cm
D
100cm

Slide 8 - Quiz

Hoe hoog is het klaslokaal ongeveer?
A
3m
B
4m
C
4,5m
D
5m

Slide 9 - Quiz

Hoe hoog is het schoolgebouw? Gebruik de aanpak hiernaast.

Slide 10 - Question ouverte

Hoe hoog is het schoolgebouw? Gebruik de aanpak hiernaast.

Slide 11 - Question ouverte

Tom wil de lengte van een voetbalveld weten. Hij zet 150 stappen langs de lengte. Bereken de lengte van het voetbalveld.

Slide 12 - Question ouverte

Hoe lang is het klaslokaal? Gebruik de aanpak hiernaast.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de afstand van Dokkum naar Leeuwarden?

Slide 14 - Question ouverte

Hoeveel kilometer fiets je in 1 uur?

Slide 15 - Question ouverte

18km
:6
=3
:6
=10
x9
x9
=90min

Slide 16 - Question de remorquage

Een marathon is ongeveer 42km lang. Bereken hoe lang je erover doet om die afstand te wandelen.

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat is de juiste notatie van een lijnstuk?
A
qp
B
PQ
C
RQ
D
PS

Slide 20 - Quiz

Wat voor vlakke figuur is dit?
A
Vierkant
B
Ruit
C
Parallellogram
D
Rechthoek

Slide 21 - Quiz

Lijnstuk PR is een....

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de naam van deze zeshoek?

Slide 23 - Question ouverte

Lijnstuk AC is een diagonaal
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

Welke 2 lijnen zijn evenwijdig?

Slide 25 - Question ouverte

Welke lijn staat loodrecht op de zwarte lijn?
A
De rode lijn
B
De blauwe lijn
C
De groene lijn
D
Geen één lijn

Slide 26 - Quiz

Welke lijnen staan nog meer loodrecht op elkaar?

Slide 27 - Question ouverte

Gestrekte hoek
Scherpe hoek
Stompe hoek

Slide 28 - Question de remorquage

Hoeveel symmetrieassen heeft deze figuur?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 29 - Quiz

Hoeveel symmetrieassen heeft deze figuur?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 30 - Quiz

Wat voor bijzondere driehoek is dit?

Slide 31 - Question ouverte

Wat voor bijzondere driehoek is driehoek UVW?

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wat zijn de variabelen in de volgende formule?

Temperatuur in graden Celsius = 10 + 2 x aantal uren
A
Temperatuur in graden Celsius
B
10
C
+ en x
D
aantal uren

Slide 35 - Quiz

Wat zijn de variabelen in de volgende formule?

hoogte in m = 200 + 50 x aantal minuten

Slide 36 - Question ouverte

Wat is het startgetal van de volgende formule?

Water in liters = 2 + 1,5 x aantal bekers
A
2
B
1,5
C
Water in liters
D
aantal bekers

Slide 37 - Quiz

Wat is het hellingsgetal van de volgende formule?

Prijs in euro = 550 - 12 x aantal minuten
A
550
B
12
C
-12
D
-550

Slide 38 - Quiz

Het bedrag wat Joke krijgt met de sponsorloop kan je berekenen met de formule:
bedrag in euro = aantal rondjes x 0,75 + 3

Welk bedrag krijgt Joke als ze 10 rondjes loopt?
A
7,50 euro
B
10,50 euro
C
3,75 euro
D
37,50 euro

Slide 39 - Quiz

Jan berekent zijn winst met de volgende formule

winst = aantal x 8 - 3

Wat is de winst bij een aantal van 6?

Slide 40 - Question ouverte

Juul verdient geld met oppassen volgens de formule

verdiensten = aantal uur x 4 + 5

Bereken de verdiensten bij 8 uur werken.
Schrijf ook je berekening op.

Slide 41 - Question ouverte

Kosten in euro = 20,50 x aantal uren + 30

Welke letterformule past het beste bij deze woordformule?
A
a = 20,50 x k + 10
B
k = 20,50a + 10
C
k = 20,50 x a + 10
D
k i u = 20,50 x a u + 10

Slide 42 - Quiz

Je kunt boeken bestellen bij een online winkel. De verzendkosten zijn 3,00 euro en elk boek kost 7,50 euro. De woordformule die hierbij hoort is:

Prijs in euro = 7,50 x aantal boeken + 3

Maak van de woordformule een letterformule.

Slide 43 - Question ouverte

Vul de tabel verder in bij onderstaande formule:
kosten = aantal uur x 30 + 55
Aantal uur

0
5
10
15
kosten

55
205
355
505
30
0
185
285
385
140
195

Slide 44 - Question de remorquage

Vul de tabel verder in bij onderstaande formule:
snelheid in km per uur = 120 - aantal minuten x 7  
Aantal min

0
1
2
3
Snelheid km/u

826
819
127
99
120
0
106
141
812
134
113

Slide 45 - Question de remorquage

Hoeveel km file staat er om 8 uur?

Slide 46 - Question ouverte

Stuk 2 van de grafiek is: .................
A
Stijgend
B
Dalend
C
Constant
D
Recht

Slide 47 - Quiz

Wat is er niet goed aan dit assenstelsel?
A
Geen astitels
B
Verkeerde stappen op de horizontale as
C
Verkeerde stappen op de verticale as
D
Alles is goed.

Slide 48 - Quiz

Wat is er niet goed aan dit assenstelsel?

Slide 49 - Question ouverte

Wat is er niet goed aan deze grafiek?

Slide 50 - Question ouverte

Wat zijn de coördinaten van punt C?
A
C(4; 2)
B
C(2, 4)
C
C(4, 2)
D
(2; 4)

Slide 51 - Quiz

Wat zijn de coördinaten van punt D?
A
D(3,5; 2)
B
D(2; 3,5)
C
D(2, 3,5)
D
D(3,5, 2)

Slide 52 - Quiz

Wat zijn de coördinaten van punt P?

Slide 53 - Question ouverte