H8.3: Grafiek bij een formule 2023-2024 1TH

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

● Leerdoelen bespreken

● Terugblik: 

● Uitleg: 8.2

● Zelfstandig werken

● Leerdoel behaald?

Welkom bij wiskunde

bij

bij

Telefoon  thuis of in de kluis, laptop op tafel

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

kosten klas 1m

Leerdoelen

 Je kunt in een formule het begingetal, 

het stijggetal of daalgetal 

en de variabele benoemen

Je kunt bij een formule een tabel invullen 

en de grafiek tekenen

H8:Formules

8.1: Regelmaat 

8.2: Grafieken

8.3: Grafiek bij een formule 

8.4: Formules veranderen

8.5: Formule maken bij een grafiek

8.6: Formule maken bij een tabel

formules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

formules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 

formules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 

inkomen in € = 4 + 6 x aantal uren

dit is hetzelfde als:

formules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule':       inkomen in € = 4 + 6 x aantal uren

dit is hetzelfde als:

In een "letterformule':                   I = 4 + 6a

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': inkomen in € = 4 + 6 x aantal uren

dit is hetzelfde als:

In een "letterformule': I = 4 + 6a

Formules

formules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6 x aantal uren'

In een "letterformule': I = 4 + 6a

Verdiensten Lonneke na 3 uur:      

formules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'letterformule':             I= 4 + 6a

Verdiensten Lonneke na 3 uur:      € 4 + 6 x 3 =                                                      

formules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'letterformule':                    I= 4 + 6a

Verdiensten Lonneke na 3 uur:      I = 4 + € 6 x 3 = €22                                                         

Formules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'letterformule': I= 4 + 6a

Verdiensten Lonneke na 3 uur: I = 4 + 6 x 3 = €22                                                        Let op de rekenvolgorde! 

Begingetal en stijggetal 

Verdiensten Lonneke: in een formule

I = 4 + 6a

          

Begingetal en stijggetal 

Verdiensten Lonneke: in een formule

I = 4 + 6a

         4 --> begingetal                  6 --> stijggetal

Begingetal en stijggetal 

Verdiensten Lonneke: in een formule

I= 4 + 6a

         4 --> begingetal                  6 --> stijggetal

En er zijn twee variabelen: 

Begingetal en stijggetal 

Verdiensten Lonneke: in een formule

I = 4 + 6a

         4 --> begingetal                  6 --> stijggetal

En er zijn twee variabelen: dat zijn de twee letters waar een getal voor ingevuld kan worden/ uitgerekend kan worden

Begingetal en stijggetal 

Verdiensten Lonneke: in een formule

I = 4 + 6a

         4 --> begingetal                  6 --> stijggetal

En er zijn twee variabelen: 

aantal uren = (a)                     inkomsten in € (I)

Woordformule:
L = 55 + 3a

Wat zijn de twee variabelen van deze formule?

1. de letter L en de letter a
2. L en 55
3. 55 en 3
4. 3 en de letter a

Beltegoed in € = 25 - 0,20 x bel-tijd in minuten

(B = 25 - 0,20t)

Noemen we -0,20 het stijggetal of het daalgetal?

1. stijggetal
2. daalgetal

Van welke formule is het begingetal 55?

1. A
2. B
3. C
4. D

Van welke formule is het daalgetal -2?

1. A
2. B
3. C
4. D

Wat is het stijggetal van formule C?

1. + 55
2. tijd in uren
3. + 70
4. + 3

Formule D: stel aantal maanden is 12
Wat is de lengte?

1. 55
2. 3
3. 91
4. 70

Wat is het begingetal?

L=250−0,8a

Wat is het daalgetal?

L=250−0,8a

formule

 
Tabel maken om een grafiek te tekenen:

L=250−0,8a

Neem de tabel over en vul in:

 

Tabel maken om een grafiek te tekenen

:

inhoud

in

liters=250−0,8⋅aantal

km

L=250−0,8a

formule

 
Tabel maken om een grafiek te tekenen:

L=250−0,8a

formule       tabel         grafiek

 
Tabel maken om een grafiek te tekenen:

L=250−0,8a

formule tabel grafiek

 
Tabel maken om een grafiek te tekenen:

L=250−0,8a

Huiswerk

Maken van H8:

Blz. 169: 18, 19, 20, 21, 22, 23

Nakijken en verbeteren:

Alles wat je hebt gemaakt van H8

Achter de les

Leerdoelen

 Je kunt in een formule het begingetal, 

het stijggetal of daalgetal 

en de variabele benoemen

Je kunt bij een formule een tabel invullen 

en de grafiek tekenen

H8:Formules

8.1: Regelmaat 

8.2: Grafieken

8.3: Grafiek bij een formule 

8.4: Formules veranderen

8.5: Formule maken bij een grafiek

8.6: Formule maken bij een tabel

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.