oefentoets literatuurgeschiedenis

Wat is een tableaux vivant?
1 / 21
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is een tableaux vivant?

Slide 1 - Question ouverte

Bij welke genre hoort de volgende omschrijving: een religieus verhaal met een historische kern, maar berust verder op veel fantasie.
A
exempel
B
Hoofse roman
C
(Maria)legenden
D
Voorhoofse roman

Slide 2 - Quiz

Noem de vier abele spelen

Slide 3 - Question ouverte

Bij welk genre hoort de omschrijving: een toneelstuk waarin het lijden en de opstanding van Jezus werd uitgebeeld.
A
Abele spelen
B
Klucht
C
Passie- en paasspelen
D
Sotternie

Slide 4 - Quiz

Wat was de naam van de beschermheer in een rederijkerskamer?
A
Broeder
B
Deken
C
Factor
D
Prins

Slide 5 - Quiz

Leg uit wat een rondeel is

Slide 6 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld met de 'homo universalis'?

Slide 7 - Question ouverte

Welke kenmerk van een rederijkersgedicht is niet in het Wilhelmus te zien?
A
De laatste strofe is opgedragen aan de beschermheer
B
het is een acrostichon
C
het is geschreven in de vorm van een sonnet
D
het lied heeft een oorlof-strofe

Slide 8 - Quiz

Welke schrijver hoort bij welk werk? Combineer de juiste cijfer met de juiste letters.
G.A. Bredero
Justus van Effen
Herman Heijermans
Hildebrand
Op hoop van zegen
De Spaanschen Brabander
De Hollandsche Spectator
Camera Obscura

Slide 9 - Question de remorquage

Welke schrijver uit Amsterdam is beroemd vanwege zijn toneelstuk Gijsbrecht van Aemstel, dat ter gelegenheid van de opening van de Amsterdamse schouwburg werd geschreven?
A
Hieronymus van Alphen
B
Gebrand Adriaanszoon Bredero
C
P.C. Hooft
D
Joost van den Vondel

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste beschrijving van de romantiek?
A
de kunstenaar wilde vluchten uit de dagelijkse ellende
B
de kunstenaar wilde zich afzetten van de huidige normen
C
liefde speelde een grote rol
D
kennis speelt een grote rol

Slide 11 - Quiz

koppel de juiste periode/stroming aan de juiste definitie
estheticisme
humanisme
naturalisme
unanimisme
focus op willen beschrijven en verklaren
persoonlijk gevoel ondergeschikt aan  collectieve ervaring
streven naar volledig mogelijke zelfontplooiing
verheerlijken van de schoonheid

Slide 12 - Question de remorquage

Noem drie kenmerken van de Tachtigers

Slide 13 - Question ouverte

Na de Tachtigers kwam een groep die kritiek had op de uitgangspunten van de Tachtigers. Binnen de Sociale betrokkenheid ontstond in Vlaanderen een nieuw tijdschrift opgericht door Stijn Streuvels. Hoe heet dit tijdschrift?
A
De Gids
B
Van nu en straks
C
Criterium
D
Opzij

Slide 14 - Quiz

De moderne tijd speelt een belangrijke rol in deze romans, blijkt uit de aanwezigheid van ratelende typemachines, rinkelende telefoons en reusachtige graafmachines. Over welke stroming gaat het?

Slide 15 - Question ouverte

Koppel de schrijver aan de juiste stroming/groep.
Anna Bijns
Louis Couperus
Multatuli
Martinus Nijhoff
modernisme
naturalisme
Rederijkers
Romantiek

Slide 16 - Question de remorquage

Waarom werd er tijdens de Tweede Wereldoorlog eigenlijk relatief weinig gepubliceerd?

Slide 17 - Question ouverte

Noem drie kenmerken van het ontluisterend realisme.

Slide 18 - Question ouverte

Welk van de onderstaande kenmerken hoort niet bij het werk van de Vijftigers?
A
De poëzie biedt toegang tot de diepere lagen van bewustzijn.
B
De versregels rijmen vaak
C
Interpunctie wordt nauwelijks gebruikt
D
Ze zetten zich af tegen overheersing van verstand

Slide 19 - Quiz

Wat hebben Oeroeg en Max Havelaar met elkaar gemeen?

Slide 20 - Question ouverte


A

Slide 21 - Quiz